vrijdag 26 februari 2016

vierenvijftig 138


19 februari 2016

vrijdag

OORLOG

© rr
In de ontkenningsfase, veronderstel ik, sluit de zieke zijn bewustzijn af voor alle informatie, hoewel hij weet dat ze hem met een onweerlegbare waarheid confronteert. Het is een doen alsof. ‘Ik doe alsof ik niet ziek ben,’ denkt de zieke, en onbewust voegt hij daar de bijgelovige gedachte aan toe: ‘Als ik doe alsof ik niet ziek ben, dan vergeet de ziekte mij misschien en zal ze aan mij voorbijgaan.’

Precies zo denk ik dat de burger doet als de oorlog is uitgebroken. En dat is, vrees ik, nu het geval. Wij ontkennen dat wij weten dat wij weten. En wij denken, of geloven, dat wij door zo te doen het onheil ertoe zullen brengen aan ons voorbij te gaan, dat het ons niet zal opmerken. Wij proberen onzichtbaar te zijn, in zekere zin. We drukken ons.

De oorlog is uitgebroken. Alleen, wij zien het nog niet omdat wij hem op twee manieren niet herkennen. Wij herkennen hem niet omdat wij nooit oorlog gekend hebben. We zijn niet alert. Het is voor ons een ander paradigma, wij hebben nooit die taal leren spreken. Wij herkennen de oorlog ook niet omdat hij geheel andere vormen aanneemt dan wat ons in de beeldvorming is aangereikt: veldslagen in zwart-wit, loopgraven, oprukkende tanks, bommenwerpers tussen de schijnwerpers van het afweergeschut, deportaties, uitroeiingskampen, precisiebombardementen en collateral damage, brandende oliebronnen, vluchtelingenstromen, enzovoort. Sommige van die decorstukken worden nu ook in de coulissen klaargezet, maar er wordt een ander stuk gespeeld. De oorlog die wij nu meemaken (maar nog ontkennen) heeft met waarheid en leugen te maken, met terreur, met toegang tot informatie, met duizelingwekkende ongelijkheid, met demografische onevenwichten, met vervuiling en klimaat, met het verdwijnen van het vooruitgangsgeloof waarin wij ons altijd veilig hebben gewaand, met de institutionalisering van bedrog in de productie van voedsel en van zowat alles wat we nodig hebben en ook van wat we niet nodig hebben, met de opkomst van irrationaliteit en nationalisme, met een algemene collaps van wat wij altijd, tegen beter weten in, onze beschaving hebben genoemd. ¶