19 februari 2016
vrijdag
OORLOG
© rr |
In de ontkenningsfase, veronderstel ik, sluit de zieke zijn
bewustzijn af voor alle informatie, hoewel hij weet dat ze hem met een onweerlegbare
waarheid confronteert. Het is een doen alsof. ‘Ik doe alsof ik niet ziek ben,’
denkt de zieke, en onbewust voegt hij daar de bijgelovige gedachte aan toe:
‘Als ik doe alsof ik niet ziek ben, dan vergeet de ziekte mij misschien en zal ze
aan mij voorbijgaan.’
Precies zo denk ik dat de burger doet als de oorlog is
uitgebroken. En dat is, vrees ik, nu het geval. Wij ontkennen dat wij weten dat
wij weten. En wij denken, of geloven, dat wij door zo te doen het onheil ertoe
zullen brengen aan ons voorbij te gaan, dat het ons niet zal opmerken. Wij
proberen onzichtbaar te zijn, in zekere zin. We drukken ons.
De oorlog is uitgebroken.
Alleen, wij zien het nog niet omdat wij hem op twee manieren niet herkennen.
Wij herkennen hem niet omdat wij nooit oorlog gekend hebben. We zijn niet
alert. Het is voor ons een ander paradigma, wij hebben nooit die taal leren
spreken. Wij herkennen de oorlog ook niet omdat hij geheel andere vormen
aanneemt dan wat ons in de beeldvorming is aangereikt: veldslagen in zwart-wit,
loopgraven, oprukkende tanks, bommenwerpers tussen de schijnwerpers van het
afweergeschut, deportaties, uitroeiingskampen, precisiebombardementen en
collateral damage, brandende oliebronnen, vluchtelingenstromen, enzovoort.
Sommige van die decorstukken worden nu ook in de coulissen klaargezet, maar er
wordt een ander stuk gespeeld. De oorlog die wij nu meemaken (maar nog
ontkennen) heeft met waarheid en leugen te maken, met terreur, met toegang tot
informatie, met duizelingwekkende ongelijkheid, met demografische
onevenwichten, met vervuiling en klimaat, met het verdwijnen van het vooruitgangsgeloof
waarin wij ons altijd veilig hebben gewaand, met de institutionalisering van
bedrog in de productie van voedsel en van zowat alles wat we nodig hebben en
ook van wat we niet nodig hebben, met de opkomst van irrationaliteit en
nationalisme, met een algemene collaps van wat wij altijd, tegen beter weten
in, onze beschaving hebben genoemd. ¶