maandag
PIET BRAK / VERZET
© Piet Brak |
Min of meer toevallig vernam ik gisterenavond laat dat Piet
Brak is overleden. Het had net zo goed aan mijn aandacht kunnen ontsnapt zijn.
Ik kende Piet Brak niet persoonlijk. Hij was dan ook slechts een ‘Facebookvriend’.
Hij was voor mij niet meer dan een kunstzinnig type, met belangstelling voor
tekenkunst en literatuur. Onlangs nog, zo herinner ik mij, herinnerde hij aan
het bestaan van een dichtbundel die hij had geschreven. Rorschach, heette die bundel. Een paar keer heeft Piet Brak bij mij
een reactie achtergelaten of een duimpje opgestoken.
Het is iets eigenaardigs, wanneer iemand die je enkel
‘virtueel’ hebt ‘gekend’ sterft. Echt verdriet voel je niet. Maar het raakt je
wel. Het raakt je omdat de uit belangstelling en wederzijdse appreciatie, hoe
gering ook, bestaande band wegvalt. Die band blijkt dan toch ‘reëel’ te zijn
geweest.
Ik zoek intussen op het internet een spoor van Piet Brak, en
vind dit.
Op Facebook blijft de pagina van Piet Brak openstaan. Ze
hebben er in Silicon Valley blijkbaar nog altijd niets op gevonden om de
Facebookpagina’s van dode mensen weg te nemen. Piet Brak is intussen, bij mijn
weten want het zullen er ongetwijfeld meer zijn, mijn derde dode
Facebookvriend.
Ik open zijn pagina en zie daar de condoléances, waarvan er enkele, vreemd genoeg, ‘leuk’ worden gevonden door Piet Brak zelf – maar dat zal dan wel zijn weduwe zijn, die op zijn FB-account aan het werk is gegaan. Een vreemde vaststelling is wel de allerlaatste bijdrage die Piet Brak zelf heeft gepost, op 7 februari, vijf dagen voor zijn dood. We zien een foto van een rood hoedje en een fleurige handtas die aan een boekenrekje zijn opgehangen. Als bijschrift staat er: ‘Mrs. Dalloway treft voorbereidingen voor een feest.’ Ik vermoed dat Mrs. Dalloway mevrouw Brak is.
[Naschrift 22 februari.
De Facebookpagina van Piet Brak is intussen verwijderd. Dat kan nu dus
blijkbaar wel, gelukkig maar.
Tweede naschrift 22 februari. De Facebookpagina van Piet Brak is niet verwijderd, maar overgenomen door zijn weduwe Beatrix Venken. Bij nader inzien lijkt wat ik hierboven Piet Braks 'allerlaatste bijdrage' noemde wellicht al door Beatrix Venken geplaatst. Piet Brak noemde haar 'Mrs. Dalloway'.] ¶
Tweede naschrift 22 februari. De Facebookpagina van Piet Brak is niet verwijderd, maar overgenomen door zijn weduwe Beatrix Venken. Bij nader inzien lijkt wat ik hierboven Piet Braks 'allerlaatste bijdrage' noemde wellicht al door Beatrix Venken geplaatst. Piet Brak noemde haar 'Mrs. Dalloway'.] ¶
Een opmerkelijke parallel tussen een film die ik een paar dagen geleden zag en een boek dat ik nu aan het lezen ben. In Lacombe Lucien van Louis Malle zien we hoe een eenvoudige boerenzoon in de collaboratie terechtkomt. Dat gebeurt op basis van puur toeval, het had evengoed het verzet kunnen zijn, én geleid door de liefde. Precies hetzelfde is terug te vinden in Madelon in de mist van het schimmenrijk van Willem Frederik Hermans: de held, of veeleer antiheld, Robert R. laat zich meedrijven op wat zich aandient in dat vreemde laatste oorlogsjaar. Honger en gevaar dreigen, iedereen is op zijn hoede, er heerst een vaag besef van erge dingen die gebeuren. Robert R. is niet bijzonder actief, hij kijkt veeleer de kat uit de boom. Zijn politiek engagement is voor hem al even belangrijk als zijn libidinale huishouding. Hij zou wel willen iets doen, clandestiene krantjes colporteren bijvoorbeeld, maar niemand vraagt hem iets. Eigenlijk kan het hem allemaal niet veel schelen. Je zou gaan denken dat hij zich vooral verveelt. Het is al bij al een spel: ‘Wat was onze organisatie vergeleken met de hunne? Indiaantje spelen: afgezaagde term, maar waar.’ (Willem Frederik Hermans, Madelon in de mist van het schimmenrijk) ¶