maandag 8 februari 2016

& 40



KOS

Een weldenkend mens kijkt natuurlijk niet naar programma’s waarvan hij alleen maar ergernis kan verwachten. Of kijkt u ‘toch ook’ wel eens naar het consumentenprogramma van onze overheidszender? Diezelfde overheid die ons dezer dagen onder de dekmantel van economische prognoses tot méér consumeren aanzet.

Ik belandde – u mag het onachtzaamheid noemen, of masochisme – met een homp kaas en wat droog brood op schoot, in een bijdrage over het Griekse eiland Kos, amper een schort groot. Nu ja, het ging over het toerisme op het Griekse eiland Kos. Je kan er naast zon en zee ook ‘kennis en cultuur’ opdoen in de ‘talloze opgravingen’. Er klonk wanhoop door in dat ‘talloos’.

Aan de oppervlakkige evaluatie van de hotelinfrastructuur, door Op de koop toe aangeboden, stoor ik mij even niet. En de voor dit soort programma’s obligate vrouwentorsen doen mij even m’n droge korst vergeten, dat geef ik grif toe – de schijnbaar sluikse manier waarop ze in beeld worden gebracht, doet uiteraard alleen puriteinen steigeren. Neen, wat ik hier onder de aandacht wil brengen, is het bepaald weerzinwekkende van een uitspraak, gepleegd door een ter plekke geïnterpelleerde gouwgenoot. Alles prima, vond hij, alleen was het jammer dat hij op het eiland alleen Britse, Duitse en Franse toeristen aantrof, ‘en geen Vlamingen’.

Het zal je overkomen, op zo’n klein eiland zo iemand tegen het lijf te lopen. Waarom overigens wordt dit soort onzin niet gewoon weggeknipt?

Twintig jaar geleden verschenen in De Standaard van 7 februari 1996