13 februari 2016
zaterdag
LUCIEN LACOMBE / KIESADVIES / DICTAFOON
Het is een trage film. Van 1974, dat zegt al iets, maar ook
het feit dat Patrick Modiano het scenario schreef zal daar niet vreemd aan
zijn. En niet alleen de traagheid is typisch Modiano. Dat geldt ook voor het
wat expliciete, voor het didactische, voor de opzichtige symboliek. Zo zien we
Lucien Lacombe, een kind nog, in het begin van de film een zangvogel met zijn
katapult neerschieten. In een volgende scène treurt hij om een dood paard. Dan
schiet hij met een geweer hazen dood. En dan slacht hij een kip, door het hoen bij
de poten vast te houden en de neerwaarts hangende kop er met de blote vuist af
te slaan. Het moge duidelijk zijn: deze jongen mag dan gevoelig zijn, hij is ook
tot wreedheid in staat.
Lucien vraagt aan de schoolmeester, een maquisard, of hij bij het verzet mag aansluiten. De schoolmeester
staat het klasbord af te vegen. Daar staat nog op, in duidelijke
krijtkapitalen: ‘On hasarde de tout perdre’. De onderwijzer vindt Lucien te
jong. Dan gaat Lucien maar in de collaboratie. Daar leren ze hem een pistool te
hanteren. Een grote foto van le maréchal
Pétain dient als schietschijf. Ook opzichtig is de uitspraak van de joodse,
voor deportatie uit Parijs weggevluchte kleermaker, die Lucien een nieuw
kostuum aanmeet omdat diens sjofele landbouwersplunje niet geschikt is om
weerspannige Fransen onder de zoden te schieten: ‘France en ik komen goed
overeen’. France is de dochter van de kleermaker. Lucien wordt verliefd op
haar. Wanneer hij France voor het eerst in haar bed ziet, is buiten het geluid
van een vertrekkende of passerende trein te horen. En wanneer hij haar ’s
anderendaags een ruiker komt aanbieden, is ze aan de piano Schumann aan het
spelen. Robert Schumann was, als ik het goed begrepen heb, een keurig-arische
componist. Een volgende keer zien we Lucien het naakte lichaam van de slapende
France strelen. Het is ochtend en zomer, en buiten maken de niet door Luciens
katapult getroffen zangvogels elkaar het hof.
Voor zijn hoofdrol, een niet al te snuggere boerenzoon,
zocht Louis Malle, die authenticiteit wou, een niet-professionele acteur. Het
werd Pierre-Marc Blaise. De aftiteling van de film leert ons dat Lucien Lacombe
uiteindelijk werd opgepakt door de résistance
en geëxecuteerd op 12 oktober 1944. Pierre-Marc Blaise overleefde zijn rol
in Lucien Lacombe ook maar nauwelijks
aangezien hij een jaar na de release met zijn Renault Gordini tegen een boom
knalde. ¶
In Koksijde spreekt een zelfverklaarde liberaal
apartheidstaal ten aanzien van vluchtelingen die gebruik maken van zijn zwembad.
In West-Vlaanderen zou een zelfverklaarde christendemocraat het helpen van
vluchtelingen willen aan banden leggen. In Antwerpen laat een zelfverklaarde
Vlaams-nationalist het lokaal ontruimen waarin een hulporganisatie haar
hulpgoederen voor vluchtelingen opslaat. In Zeebrugge laat een zelfverklaarde
socialistische burgemeester vluchtelingen oppakken, met onuitwisbare inkt
merken en meteen hun bezittingen door de gemeentelijke ruim- en
reinigingsdienst oppakken. Wat de zelfverklaarde extreem-rechtse nationalisten van
het Vlaams Belang zouden doen met vluchtelingen mochten ze daartoe de macht
hebben, daar hebben ze nooit twijfel over laten bestaan. De enigen die de
houding ten aanzien van vluchtelingen van álle andere partijen consequent zijn
blijven laken wanneer die houding de grenzen van de moraliteit te buiten
gingen, zijn de zelfverklaarde groenen en extreem-linksen. Me dunkt dat wij
hiermee bij een volgende gelegenheid waarbij wij ons de illusie zullen kunnen verschaffen
dat wij deelnemen aan een democratie, bij verkiezingen dus, rekening zullen
moeten houden. ¶
© rr |
Ik drink met S. een koffie in De Republiek. Naast ons worden
vier leden van een rockgroep geïnterviewd door een zenuwachtige journalist bij
wie halfweg zijn vragen het zweet uitbreekt wanneer bij een tussentijdse controle
van zijn digitale dictafoontje op het eerste gehoor het geluid niet lijkt te
zijn opgenomen. Maar het staat er toch op!, en dus kan hij verder. De
groepsleden antwoorden gretig op zijn vragen, enfin, eigenlijk nemen ze het van
hem over en babbelen honderduit over nieuwe songs, opnames, releasedatums,
concerten, enzovoort. Nu ja, drie van de vier praten, er is er eentje die
zwijgt maar er is er altijd eentje die zwijgt. Ze schatten de vooruitgang in
die ze als band hebben gemaakt: ‘Het gaat hard! Tijdens het vorige optreden
hebben de meisjes op de eerste rij voor het eerst hun soutiens op het podium gegooid!’ Wij doen navraag en de groep
blijkt te heten: Calling Susan. Ik vraag of ze Superstash kennen, en dat
doen ze. Ik trots, want mijn zoon drumt bij Superstash! ¶