3 februari 2016
woensdag
PEDAGOGIE
© rr |
De pedagogische tik. Het niet bij de voornaam aanspreken van
de gezagsdragende figuur (ook al oefent hij/zij gezag uit in een ‘horizontaal
gestructureerde autoriteit’). Het mogen stellen van een niet verantwoorde (maar
daarom niet onredelijke) eis. En meer van die archaïsch uitziende pedagogische
toepassingen. Met grote instemming zie ik hoe Paul Verhaeghe brandhout maakt
van de zogenaamde antiautoritaire opvoeding en naar oplossingen zoekt voor de
disciplinaire problemen die zijn ontstaan door het verdwijnen van de
patriarchale, verticaal georganiseerde gezagsverhoudingen – zonder dat hij
daarom stelt dat dit verdwijnen een slechte evolutie is. Verhaeghe pleit voor
een gecollectiviseerde pedagogische aanpak: het kind wordt opgenomen in een netwerk
van niet puur op basis van macht sanctionerende individuen, die in een
transparante verhouding ten opzichte van elkaar overleggen en de
verantwoordelijkheid ten aanzien van het kind delen. Dit doet mij denken aan
het quasi totale taboe dat nog bestond in de tijd dat ik, samen met hun moeder,
mijn kinderen probeerde op te voeden: er werd niet over de opvoedingsproblemen
bij een ander gesproken. (...) Verhaeghe toont overigens
ook glashelder aan wat ik al jaren zeg: de onmacht die het resultaat is van het
verdwijnen van de evidente vaderlijke autoriteit, op zich zeker geen slechte
evolutie maar er moet wel iets voor in de plaats komen, heeft geresulteerd in de
uitlevering van onze kinderen aan de psychologie, de diagnostiek en,
uiteindelijk, de medicalisering.
Nog enkele losse gedachten in dit verband. Waar is de tijd
dat in Leuven de filosoof-pedagoog Ignace Verhack een boek publiceerde met de
provocerende titel Geen zachte hand? Dat was vooraan in de jaren
tachtig. Ik heb het nooit gelezen, maar Verhack zal toch wel enigszins unzeitgemaßig
geweest zijn? (Al vermoed ik dat hij nog vooral in de termen van dat
patriarchaal-verticale opvoedingspatroon dacht.) En dan deze ochtend op de
radio: minister van Onderwijs Hilde Crevits, die komt vertellen over de
gewenste hervorming van de eindtermen. Zij wil een inspraakronde organiseren! Godbetert! ‘We gaan met álle stakeholders
overleggen wat we nu eens graag in die eindtermen zouden opgenomen zien. Een
beetje EHBO, wat kennis van het bankwezen in plaats van trigonometrie (waar je
toch niets mee kunt aanvangen), een inleiding tot burgerzin...’ Doet zij wat Paul
Verhaeghe lijkt te suggereren? Mij lijkt het dat het niet die democratisch
georganiseerde autoriteit is die we nodig hebben omdat dit natuurlijk weer de
weg opent naar gemakzucht en populaire oplossingen! (Paul Verhaeghe, Autoriteit)
¶