25 januari 2016
maandag
CASINO / SCHANDPAAL
© Hisroshi Sugimoto |
We stapten langs de waterlijn, de havenmuur achter ons, weg
van het al tanende zonlicht. In de verte wogen de grijze wolken zo zwaar door dat
ze op de Knokse rij van appartementsgebouwen leken te willen rusten. Er was nog
licht, maar ternauwernood. Het nam al af. We stapten naast elkaar, we spraken over
onze leeftijd en maakten de balans op en wat nu? Een vlucht scholeksters
scheerde over het water, dat met zulke rustige golfjes aankabbelde dat ik moest
denken aan de foto’s van Hiroshi Sugimoto. Ik voelde hoe een hevige aandrang –
een puur fysieke klacht, te lapidair voor woorden – alles in mij begon te
overheersen. Ik trok bleek weg, voelde het fluweel in mijn benen, werd
misselijk. En alle etablissementen waren gebarricadeerd tegen een winter die
nooit was willen komen. Het werd een krampachtige tocht, van zitbank naar
zitbank, tot aan het eerste café dat wél open was. Neen, lapidair is niet het
juiste woord. We kwamen op tijd en dat leek me nu toch wel het voornaamste. Op
het casino stond in grote kapitalen getekend, te fleurig ingekleurd voor de
tijd van het jaar en voor de gelegenheid: ‘nothing lasts forever’. ¶
Een incident in Koksijde met een asielzoeker die in het
zwembad een meisje zou aangeraakt hebben, leidt, onder aanvoering van de
liberale burgemeester, tot een aanscherping van de hetze tegen de hele
asielzoekerspopulatie. Hoogst onrechtvaardig natuurlijk, en bovendien blijkt
dat het helemaal niet zeker is dat er een incident zou zijn geweest in dat
zwembad. Maar de burgemeester wordt door zijn partijtop niet gedesavoueerd,
integendeel. Op Facebook gonst het. Een oud krantenbericht wordt opgediept: in
2014 heeft in Geel een gemeenteraadslid van Groen een vrouw begluurd in het
zwembad. De man, met name genoemd in het artikel, trad af. Er werd niet, zoals
nu met de asielzoekers in Koksijde, gezegd dat voortaan alle Groen-leden de
toegang tot het zwembad moest worden ontzegd. Dergelijke veralgemeningen
permitteren wij ons enkel ten aanzien van vreemdelingen. Ik ben het daarmee
eens en laat dat ook weten. Maar ik laat ook verstaan dat ik niet vind dat die
man nog eens met naam moet worden genoemd: ‘Over de verschillende behandeling
van zedendelicten in Geel en Koksijde omdat het in Geel niet en in Koksijde wel
tot een stigmatisering van een hele bevolkingsgroep leidt, ben ik het honderd
procent eens. Maar daar gaat het mij niet om. Het gaat er mij om dat dat Geelse
gemeenteraadslid hier de bevestiging krijgt dat zijn naam om de haverklap zal
worden bovengehaald, ook al heeft hij eventueel al op de blaren gezeten: er is
de juridische straf, en dan komt daar ook nog eens de eeuwigdurende schandpaal
van het internet bij.’ Ik schrijf er ook nog bij dat de politieke kleur van de
betrokkene voor mij irrelevant is: ik heb op FB zowaar al een N-VA-mandataris
verdedigd om precies dezelfde reden. Ook zijn naam wordt op de haverklap
opgediept als het om zedendelicten gaat. Maar bij mijn weten is de man nooit
veroordeeld. En zelfs indien dat wel het geval zou zijn, vind ik dat dat als
straf zou moeten volstaan. De goegemeente moet zich op de semipublieke ruimte
van de sociale media niet bezighouden met het voortdurend brandmerken van
personen. ¶