zaterdag 30 mei 2020

LVO 196



Op een zaterdagavond zit ik in de badkamer op het witgeschilderde houten krukje dat ik daar altijd heb weten staan, met mijn voeten in het met lauw wordend water gevulde bidet. Ik luister naar een popprogramma op de radio. Het is 1975, ik ben dus veertien jaar. Het beluisteren van pop- of rockmuziek (ketelmuziek) kon enkel in afzondering – de badkamer was een geschikte plaats.


Mama, I've just killed a man.
Zoiets had ik nog nooit gehoord.


I'm just a poor boy
from a poor family


De eerste keer dat ik dit hoorde, greep dit recht naar mijn hart, het raakte mij diep. In die jaren had ik gelijkaardige ervaringen met So Lonely van The Police, You Can Go Your Own Way van Fleetwood Mac, More Than A Feeling van Boston. Liedjes, heel eenvoudige liedjes, die precies door hun eenvoud de kracht vonden om met hun volle sentimentele impact mijn jonge gemoed te treffen.

Maar met Bohemian Rhapsody was het toch nog enigszins anders. Hier zat een structuur in, een opbouw en, ja, ook tekst. ‘Sometimes I wished that I was never been born at all’: dat sprak de pootjebadende puber in mij wel aan. De dramatiek, het bombastische, de opera buffo. (Dat zou ik ook hogelijk waarderen in The Wall van Pink Floyd, of in de uitgesponnen songs van Jethro Tull (Aqualung) of David Bowie (The Cygnet Committee) – maar op die laatste kom ik te gepasten tijde nog wel terug want de plaat waarop dat nummer voorkomt, speelde in een apart hoofdstuk in mijn leven een erg belangrijke rol.


Thunderbold and lightning
Very very frightning me!


Ik vertel dit nu, deze kennismaking met dat nummer, daar in de badkamer van het ouderlijk huis, gezeten op dat witgeschilderde krukje, met mijn voeten in het lauwe water, omdat ik mij het overweldigende geluksgevoel dat het mij bezorgde levendig herinner. Zoiets had ik nog nooit gehoord; het was zo bevrijdend om mij door zo'n machtige muziek te laten overmeesteren, inpalmen, voor eeuwig te binden. En wat ik toen niet besefte, was dit: het komt in een mensenleven niet zo vaak voor, dat genadeloze ‘voor de eerste keer’. Voor de eerste keer dat je een hevige positieve ervaring hebt, van welke aard ook: een eerste keer Joyce lezen; een eerste keer een meisje kussen; een eerste keer de Provence binnenrijden; een eerste keer met een vliegtuig opstijgen; een eerste keer sauternes drinken; een eerste keer écht vader worden; een eerste keer een tekst van jezelf gedrukt zien.

Er is – 'anyway the wind blows' – maar één eerste keer dat je Bohemian Rhapsody van Queen hoort.


Bismillâh!



(wordt vervolgd) 
lees vanaf hier deel 1
lees hier vanaf het begin van deel 2