zondag 10 mei 2020

Philipp Blom, Wat op het spel staat 8/10

werknotities

Hersenschimmen

Zowel de absolute markt als een als vesting georganiseerde maatschappij hoeft niet democratisch te zijn of loyaal aan de ideeën van de Verlichting. In geen van beide zijn mensenrechten, vrijheid, gelijkheid en broederschap gegarandeerd. Het geloof in de democratie als beste staatsvorm is hoe dan ook verdwenen, samen met de ondergang van de economische boom van na de Tweede Wereldoorlog, de consumptiemaatschappij, ‘de schijnbaar eindeloze beschikbaarheid van goedkope aardolie’ en het door toedoen van onder meer Hegel als evident gepercipieerde vooruitgangsideaal. Liberale democratieën zijn een recente verwezenlijking, er zijn er niet veel van, en de weinige die er zijn, zijn op hun retour. Steeds meer mensen zijn bereid zich te onderwerpen aan een autoritair systeem. Het ziet er naar uit dat democratie slechts een tijdelijk fenomeen is geweest en helemaal niet, zoals wij, die nooit iets anders hebben gekend, een evident hoogtepunt en zelfs eindpunt van de beschaving. Het geloof dat nodig is om in een pluralistische samenleving – waarin gelijkheid en vrijheid heersen – de macht te delegeren naar de vertegenwoordigers van het sociaal contract, die instaan voor het algemeen belang, is volop aan het eroderen. Arbeid is niet meer zinvol en gegarandeerd. De natuurlijke middelen zijn uitgeput. De digitalisering duwt in het economisch proces de mens weg.

Maar de digitalisering heeft nog andere effecten. De spelregels van de publieke sfeer, waarin de democratische en liberale waarden werden gedeeld, zijn veranderd. De publieke sfeer is versplinterd, manipulatie is alom aanwezig, ‘alternatieve feiten’ en een algemene verruwing van het taalgebruik, ook in het officiële discours, domineren over ‘de waarheid’. ‘Die gesofisticeerde digitale verdomming holt de democratie behoorlijk doeltreffend uit, want ze dooft elk debat.’ Daarmee verdwijnen de mechanismen die bepaalde taboes enkele decennia lang in stand hebben gehouden: de taboes op racisme, leugenachtigheid, het beschadigen van gemeenschapszin en ‘respect voor de spelregels van de beschaafde omgang’. En daarmee ‘stort het hele spel in elkaar’.

Voorlopig zingt de liberale marktdemocratie het – in de status quo – nog wat uit doordat de burger verslaafd is aan zijn consumentisme en ‘passief geluk’. Dit mechanisme van de status quo staat elke noodzakelijke verandering in de weg. Nochtans zijn veranderingen, zelfs op korte termijn, mogelijk, zoals de geschiedenis van de mensenrechten en de democratie heeft uitgewezen – ook al is de recente (versnelde) fase van die geschiedenis het gevolg van een collectief trauma: ‘Europa’s tweede Dertigjarige Oorlog tussen 1914 en 1945’. Het kan geen toeval zijn dat de democratie erodeert net nu de laatste generatie die dat trauma heeft meegemaakt aan het verdwijnen is.

De vraag dient gesteld: ‘Wat heeft een liberale democratie nodig om te overleven?’ De nu vijfmaal hogere welvaart dan onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog was in het Westen blijkbaar niet voldoende. Niet alleen zijn er het klimatologisch en economisch failliet en de digitalisering, er is ook het ontbreken van ‘een perspectief, een gemeenschappelijk project, een vorm van hoop’. Politici die open communiceren over de kost van een duurzame toekomst, plegen politieke zelfmoord (dat wist Bruno Tobback ook, PC): er is geen democratisch mandaat voorradig voor een dergelijk programma, hoe juist en urgent het ook is. De mensen hebben het ‘nog te goed om zich in te laten met verregaande veranderingen die voor hen beperkingen zouden inhouden’. Zo rationeel zijn ze nu ook weer niet.



lees hier deze samenvatting vanaf het begin