woensdag 20 mei 2020

LVO 189


 

Veertien jaar lang stond mijn bed in die slaapkamer, die ik, overigens, moest delen met mijn broer. Er stonden dus twee bedden in, Bretonse bedden met houten spijlen aan het hoofd- en voeteneinde en met bovenop een sprei die mijn moeder tijdens haar lange nachtelijke waakuren in het ziekenhuis waar zij werkte had gehaakt met restjes wol in alle mogelijke kleuren. De sprei bestond niet uit één stuk maar was geassembleerd uit een dertigtal vierkanten – wellicht maakte ze er zo elke nacht één. Ik bracht mijn nachten door onder moeders nachtelijke vierkanten.

In de loop der jaren wisselden mijn broer en ik wel eens van plaats. Nu eens had ik het bed bij het raam, dan weer hij. Tussen beide bedden stond een rood kampeertafeltje met uitklapbare poten – we moesten het inleveren wanneer mijn ouders op reis gingen want ze hadden het nodig voor hun picknicks langs de weg in het Rijn- of Moezeldal.

Mijn broer en ik brachten dus heel wat uren samen door. We hadden in deze slaapkamer ook onze eigen, onder het hellende plafond getimmerde ingemaakte kast: hij ter linkerzijde van het werkblad waaraan hij zijn huiswerken maakte en studeerde, ik ter rechterzijde. Die kasten waren privédomein, en dat werd ook min of meer gerespecteerd, al hadden wij geen geheime goederen of stoffen te verbergen.

Onder het werkblad was een open benenruimte en die fungeerde als doel voor een van het voetbal afgeleid spel dat wij 'koppen' noemden. Mijn broer zat met zijn rug naar het raam gekeerd en met zijn voeten in het gangetje tussen beide bedden op het bed dat het dichtst bij het raam stond, en gooide een gummi kaatsballetje tegen de muur tegenover het raam, zodanig dat het hard genoeg terugkaatste en zo ongeveer op zijn hoofd belandde. Hij maakte een zijwaartse kopbeweging, zodat het balletje in de richting van het doel vloog – waar ik, op mijn knieën op de grond gezeten, keeper was. Dit spelletje – het gebons van het balletje tegen de muur en op de grond moet mijn ouders toch vaak gehinderd hebben, of mijn zus die in haar kamer aan het studeren was of aan het musiceren – speelden we keer op keer opnieuw, tientallen keren na elkaar werd er naar doel gekopt en kon ik mijn keepersreflexen oefenen.

Dat hebben mijn zes jaar oudere broer en ik samen veel gedaan: voetbalgerelateerde spelletjes. Ook buiten. We stonden dan elk in een doel aan weerszijden van de tuin en bekogelden elkaar met een lederen of plastic bal. Mijn broer stond meestal tussen twee cipressen, die dan ook erg van de schoten te lijden hadden, terwijl ik in het trapeziumvormige vlak stond dat werd gevormd door de zijkant van de schommel: twee schuin oplopende stalen buizen, op manshoogte met elkaar verbonden door een dwarsbalk. Wanneer ik alleen was – en dat gebeurde steeds vaker naarmate mijn broer uithuiziger werd – gebruikte ik dit schommeldoel ook voor allerlei behendigheidsspelletjes met de bal, waarbij ik de bal hooghield en door de driehoek boven die dwarsbalk probeerde te trappen of te shotten, en hem vervolgens aan de andere kant opving en dezelfde oefening herhaalde. Aan beide kanten van dit doel speelden in mijn hoofd twee ploegen en op die manier bouwde ik hele competities op waarvan ik de scores nauwgezet bijhield in een speciaal daartoe opgezette administratie.

Met deze uren en uren lang volgehouden voetbalspelletjes heb ik mijzelf uiteindelijk toch een zekere balvaardigheid bijgebracht – niet genoeg weliswaar om het tot iets noemenswaardigs in die sport te schoppen. Al slaagde ik er hier, net als bij het schaken met mijn vader, toch wel in om de aanvankelijke krachtsverhouding om te keren: uiteraard had mijn broer toen ik nog klein was een betere traptechniek en beheerste hij een paar kunstjes die ik niet onder de knie had – maar het verschil tussen ons werd steeds kleiner, tot ik eindelijk, toen ik een jaar of achttien was en hij dus al een eind in de twintig, even hard en precies kon trappen. Maar veel plezier heb ik aan die inhaalbeweging niet beleefd want na het verlaten van de Populierendreef hebben we, op een enkele uitzondering na, nooit meer samen gevoetbald.

(wordt vervolgd) 
lees vanaf hier deel 1
lees hier vanaf het begin van deel 2