190526
Waar ik de vorige keer dat ik meefietste niet meekon, daar trek ik
nu tientallen kilometers de kop: mijn conditie is na mijn tochtje heen en terug
naar Praag opnieuw op peil. * (…) * Verkiezingsdag. Het wordt alweer een zwarte
zondag. Bijna de helft van de Vlamingen stemt extreemrechts. (‘Centrumrechts
tot rechts’, zegt De Wever.) Eén op de twee mensen die je op straat tegenkomt.
Het is een welvarend, zelfgenoegzaam, angstig, haatdragend, dom en zeer
manipuleerbaar volkje. ‘Mochten het ooit tot een absolute meerderheid van die
twee samen komen,’ zegt S., ‘dan verhuis ik. Lille ligt per slot van rekening
dichter bij mijn werk in Ieper dan Brugge. Ik heb geen zin om als een
sociaal-gevaarlijk sujet te worden opgepakt door hun tegen dan openlijk,
zichtbaar en geüniformeerd optredende stoottroepen.’ ‘Nooit gedacht,’ schrijft
een commentator op Facebook, 'dat ik het moet meemaken dat de openbare omroep
filmt hoe twee Voorpostmilitanten de deur bewaken waaruit de voorzitter van de
winnende partij tevoorschijn moet komen op weg naar het podium waar hij zijn
overwinningstoespraak zal geven.' Een speech, overigens, die opvallend mild en
vriendelijk is voor de verliezers. Tactiek! En het zijn allemaal verliezers:
het salonfähigere extreemrechts en het hele centrum dat is geïmplodeerd, de
voormalige, vanoudse volkspartij op kop. Ook Groen is een verliezer want ze
gaan, zeker na een paar maanden van klimaatmarsen en klimaataandacht, slechts
een paar procentpunten vooruit. (De term ‘procentpunt’, afgekort tot ‘punt’, is
nu helemaal ingeburgerd.) Enkel die andere ‘extreme’ partij (in het jargon van
de VRT-journalistiek) groeit even spectaculair – verdubbelend, verdriedubbelend –
als de fascisten. Maar zij komen evenmin in aanmerking om mee te regeren. Het
ziet ernaar uit dat de volgende Vlaamse regering een coalitie van de verliezers
zal worden. Maar de kaarten zijn niet eenvoudig geschud. En zeker federaal wordt
het een zeer moeizame aangelegenheid om de wil van de kiezer (‘die altijd
gelijk heeft’ – wat ik zeer ernstig durf te betwijfelen want je kunt pas gelijk
hebben als je een mening verkondigt en dat kun je pas als je daarover hebt
nagedacht) te vertalen in een werkbare meerderheid. Op Facebook wijs ik op de
verantwoordelijkheid van de pers in het banaliseren van het extreemrechtse
kwaad. Iemand verwijt me dat het al te gemakkelijk is om te schieten op de
boodschapper. Maar ik zeg al jaren wat ik nu ook Jan Blommaert zie hekelen: de
entertainisering van de politieke berichtgeving, waarbij politici hun
waardigheid en distantie inruilen voor schermseconden en de nauwelijks
toegestane gelegenheid om iets van hun debatfiches te debiteren. Met politiek
denken, argumenteren, dialogeren heeft dit niets te maken. Je moet dan ook niet
klagen over het gebrek aan geloofwaardigheid en over het ontbreken van enig
ethisch besef bij de kiezer, die zijn verbolgenheid over de verplichting om
deel te nemen aan iets waarvan hij het nut niet meer inziet, omzet in een
stemgedrag waarvan hij vermoedt dat het tegen de meest mogelijke haren
instrijkt. * (…) *