dinsdag 26 mei 2020

scherf 9


Vrijzinnig humanisme

Mijn goede vriend S. vraagt mij om in een kort tekstje toe te lichten wat ‘vrijzinnig humanisme’ voor mij betekent. Hij werkt voor het Huis van de Mens in Ieper en wil dat tekstje gebruiken voor op hun website.

Ik schrik even. S. ziet mij dus als een vrijzinnige humanist! Ik heb mijzelf nooit zo benoemd. Niet dat ik het niet ben, S. heeft denk ik gelijk. Maar wat houdt het in? Ik heb daar eigenlijk nooit echt bij stilgestaan.

Eén ding is zeker. Ik heb het vrijzinnig humanisme niet meegekregen met de paplepel noch op school. Tot en met het dopen van mijn kinderen ben ik, zonder daarvoor te hebben gekozen, opgegroeid en volwassen geworden in een katholieke omgeving. Katholiek van na catechismus en concilie – en ik denk zelfs dat katholicisme toen nog met een c werd geschreven, maar toch. Ik heb nooit iets ondernomen om mij daarvan te distantiëren. Wel ben ik rond mijn dertiende gestopt met naar de mis te gaan – wat ik als kind moest. Maar dat is amper het vermelden waard want wie gaat nu nog naar de mis? Later in mijn leven vond ik wel dat bepaalde belangrijke gebeurtenissen in het leven – zoals geboorte, huwelijk en dood – een rituele vormgeving verdienen, en waar elders kon je die beter vinden dan in het voorradige katholieke arsenaal?

Nu weet ik beter. Ik heb de christelijke waarden die mij hebben gevormd meegenomen naar een seculiere humanistische wereld, waarin welbeschouwd de heersende en nagestreefde waarden niet echt verschillen: naastenliefde, generositeit, zorgzaamheid voor wie het minder goed stelt, solidariteit, persoonlijke ontwikkeling, democratische instelling, internationalisme, oog voor een duurzame en ecologische omgang met onze leefwereld.

Ik heb intussen begrepen dat ook in een vrijzinnig-humanistische omgeving voor belangrijke momenten rituele omkaderingen bestaan. En ik stel met gerust gemoed vast dat mijn kinderen helemaal vanzelf vrijzinnige humanisten zijn geworden – zij hebben daarvoor nooit iets moeten achterlaten.

Van mijn katholieke verleden houd ik vooral een pluralistische instelling over. Christelijke waarden zijn geen privilege van christenen. Vrijzinnig-humanistische waarden zijn geen privilege van vrijzinnige humanisten. We delen geen religieuze geloofspunten, maar voor het overige zijn we aan elkaar gelijk of toch minstens evenwaardig. Als vrijzinnig humanist streef ik dus respect na voor andere levensbeschouwingen en geloofsovertuigingen, zolang ze maar compatibel zijn met de waarden van de Verlichting: vrijheid, gelijkheid, broederlijkheid. En ik ben afkerig van elk fanatiek exclusivisme – of het nu islamistisch of nationalistisch uit, daar zie ik geen verschil.

200518