De wekelijkse kaartavonden kregen op het eind van het jaar een dubbele
festieve uitloper. Ook op kerstavond en oudejaar kwamen mijn ouders en de buren
samen. Elk nam een van beide avonden voor zijn rekening. Het ene jaar
verzorgden mijn ouders de ontvangst op kerstavond en gingen we op oudejaar bij
de buren, het volgende jaar was het omgekeerd. Na het feestmaal – bij ons een
van de weinige keren dat de tafel op een wit tafelkleed in de woonkamer werd
gedekt – werd er uiteraard ook weer gekaart, en op oudejaar werd er rond
middernacht een extra glas geheven.
Dat waren mooie avonden. Ik bewaar er in elk geval een goede
herinnering aan.
De burenvriendschap verliep op een gegeven ogenblik zelfs zo goed
dat er gezamenlijke uitstappen en reisjes werden gemaakt. Deze werden gefinancierd
met ‘de pot’ waarin de met het kaarten verspeelde bedragen werden bewaard.
Bij de reizen en uitstapjes werden de kinderen niet betrokken. Zo
meen ik mij te herinneren dat mijn ouders samen met de Bellemansen naar Sluis
gingen. Misschien is dat maar één of twee keer gebeurd, maar goed, het gebeurde
toch. In die tijd waren er nog grenzen, met verschillende tariferingen en
taksen, en bijgevolg ook douanes en beweegredenen om te smokkelen. Naar Sluis
gaan loonde de moeite als je boter of sigaren of benzine nodig had. Maar
aangezien bepaalde hoeveelheden niet mochten worden overschreden, bleef het
toch vooral een plezieruitstap. En Sluis had nog een extra troef, die van het
grensstadje voor heel wat Vlaamse dagjesmensen een aantrekkelijke trekpleister
maakte: de sexshops. Dat verleende aan de uitdrukking ‘naar Sluis gaan’ een
extra dimensie want sexshops, neen, dat hadden we in Vlaanderen niet.
Op zaterdagavond waren Dirk, Linda en ik meestal druk in ons spel
verwikkeld, maar af en toe ving ik toch een schuinse opmerking op, iets in de
sfeer van het scabreuze of scatologische of ronduit seksuele – en dan werd er
gelachen en tegelijk, door mijn moeder of door Christiane natuurlijk,
aangemaand tot discretie want, jawel, de kinderen zouden het eens moeten horen
en daar hadden André en mijn vader, allebei misschien al wat minder geremd door
de glazen bier die zij bij het kaarten nuttigden en enigszins in de wind,
natuurlijk niet meer aan gedacht.
Wat die vier in Sluis gingen zoeken, weet ik natuurlijk niet met
zekerheid. Ik vermoed dat ze wel nieuwsgierig zullen geweest zijn – het was in
die tijd allemaal niet zo voorhanden en de mensen waren er ook nog niet van
verzadigd. (Ik zie nu de beelden voor me van enkele Vlaamse mensen – een meneer
met een klak op zijn kop en een sigaret in de mondhoek, vergezeld van een
parmantig vrouwmens – die in de jaren zestig in het Nederlandse Hulst, dat een
gelijkaardige functie vervulde maar dan voor mensen uit Oost-Vlaanderen,
schielijk uit een sexshop stappen – toen werd dat nog met een x geschreven – en
daar meteen een microfoon van het toenmalige infotainmentprogramma 'Echo' onder
de neus gestopt krijgen. Zich nog niet bewust van de mogelijkheid om die
schending van hun privacy assertief af te wijzen, formuleren ze een schutterig en
ontwijkend antwoord op de onbeschaamde vraag of zij iets interessants op de kop
hadden weten te tikken. Gelukkig was dat nog in zwart-wit, zodat het schaamrood
op hun wangen niet zichtbaar werd.)
(wordt vervolgd)
lees vanaf hier deel 1
lees
hier
vanaf het begin van deel 2