Toerismevrij Brugge
Peter Vantyghem, voormalig chef Cultuur en nu 'senior writer' bij De Standaard, belt
me op. Hij is bezig met een reportage over Brugge ‘in tijden van corona’. Hij
belt mij op omdat hij me nog kent van in de tijd dat we collega’s waren
– hij kwam vast in dienst kort voordat ik werd ontslagen – en omdat hij weet
dat ik nog steeds in Brugge woon. Ik ben daar nooit weggeraakt. Hij verwacht
blijkbaar dat ik zijn vraag kan beantwoorden. Waarom hij dat verwacht? Dat zou
u aan hem moeten vragen.
Zijn vraag luidt, min of meer: ‘Vindt de Bruggeling zijn weg
terug naar zijn stad nu, door de omstandigheden, de toeristen er massaal weg
blijven?’
Het is inderdaad waar dat door de maatregelen die door de
overheid werden opgelegd om de verspreiding van het virus tegen te gaan –
sluiting van alle horeca, winkels, musea etcetera, maar ook van de grenzen, en
het verbieden van alle zogenaamd niet-essentiële verplaatsingen – het anders zo
nadrukkelijk aanwezige toerisme in Brugge compleet is stilgevallen. Net als
overal, trouwens. Maar het valt natuurlijk het meest op in steden als Brugge,
die bijna uitsluitend van dit massatijdverdrijf leven. Want inderdaad: wat is
nu meer niet-essentieel dan een verplaatsing naar Brugge? Dat zou je je kunnen
afvragen als je hier de horden door de ‘Gouden Driehoek’ ziet schuifelen: van
Minnewater en Begijnhof door de Katelijnestraat langs de Onze-Lieve-Vrouwetoren
over de Dijver tot aan de Vismarkt en door de Wollestraat tot aan de Markt. En
dan zijn er nog de twee voornaamste winkelstraten:
Noordzandstraat/Geldmuntstraat en Steenstraat/Zuidzandstraat. Schuifelen en
shoppen. Nepmusea bezoeken. Zich aan etalages vergapen. IJsjes en warme wafels
consumeren. Chocolade kopen en nepkant made in China. Een tochtje in een
plezierboot op de reitjes. Het ‘middeleeuwse’ Brugge. Het ‘romantische’ Brugge.
Het ‘authentieke’ Brugge. Het al-lang-niet-meer-stille Bruges-la-Morte.
foto: HLN |
Mijn antwoord op Peters vraag luidt, na eventjes nadenken:
‘Neen.’ Neen, de Bruggeling vindt zijn weg niet terug naar zijn stad nu de
toeristen daar een tijdje massaal afwezig zijn. Want, tja, wat zou hij daar
moeten zoeken? Ook voor hem is alles dicht en bovendien, wat is er open als
alles open is? Buurtwinkels en cafés zijn grotendeels verdwenen uit het centrum. De
bewoners eigenlijk ook want hoeveel mensen wonen eigenlijk nog in de binnenstad?
Het zal niet veel meer zijn dan 20 procent van de totale Brugse bevolking.
Komen die vier op de vijf excentrische Bruggelingen wel vaak naar hun
binnenstad? Mij lijkt het dat ze in de loop der jaren geleerd hebben om dat
vooral niet te vaak te doen. Mij lijkt het dat de Bruggelingen zich de attitude
hebben eigengemaakt dat die binnenstad er vooral voor de toeristen is. Zij
voelen zich daar niet meer thuis. En eigenlijk ook niet echt welkom. Daar
zullen die paar maanden corona niet veel aan veranderen.
Ik wijs, om het beeld genuanceerd te houden, Peter nog op de
plannen die het stadsbestuur heeft om het shoppen in Brugge kwalitatief
hoogstaander te maken, wat dat dan ook moge betekenen, en op het algemeen bij
de Bruggeling verspreide besef (veronderstel ik) dat Brugge een welvarende en
propere stad is door toedoen van het toerisme, dat een aantal grootstedelijke
problemen nooit de kans hebben gekregen om zich hier te nestelen.
200519
200519