vrijdag 22 mei 2020

scherf 7


Toerismevrij Brugge

Peter Vantyghem, voormalig chef Cultuur en nu 'senior writer' bij De Standaard, belt me op. Hij is bezig met een reportage over Brugge ‘in tijden van corona’. Hij belt mij op omdat hij me nog kent van in de tijd dat we collega’s waren – hij kwam vast in dienst kort voordat ik werd ontslagen – en omdat hij weet dat ik nog steeds in Brugge woon. Ik ben daar nooit weggeraakt. Hij verwacht blijkbaar dat ik zijn vraag kan beantwoorden. Waarom hij dat verwacht? Dat zou u aan hem moeten vragen.

Zijn vraag luidt, min of meer: ‘Vindt de Bruggeling zijn weg terug naar zijn stad nu, door de omstandigheden, de toeristen er massaal weg blijven?’

Het is inderdaad waar dat door de maatregelen die door de overheid werden opgelegd om de verspreiding van het virus tegen te gaan – sluiting van alle horeca, winkels, musea etcetera, maar ook van de grenzen, en het verbieden van alle zogenaamd niet-essentiële verplaatsingen – het anders zo nadrukkelijk aanwezige toerisme in Brugge compleet is stilgevallen. Net als overal, trouwens. Maar het valt natuurlijk het meest op in steden als Brugge, die bijna uitsluitend van dit massatijdverdrijf leven. Want inderdaad: wat is nu meer niet-essentieel dan een verplaatsing naar Brugge? Dat zou je je kunnen afvragen als je hier de horden door de ‘Gouden Driehoek’ ziet schuifelen: van Minnewater en Begijnhof door de Katelijnestraat langs de Onze-Lieve-Vrouwetoren over de Dijver tot aan de Vismarkt en door de Wollestraat tot aan de Markt. En dan zijn er nog de twee voornaamste winkelstraten: Noordzandstraat/Geldmuntstraat en Steenstraat/Zuidzandstraat. Schuifelen en shoppen. Nepmusea bezoeken. Zich aan etalages vergapen. IJsjes en warme wafels consumeren. Chocolade kopen en nepkant made in China. Een tochtje in een plezierboot op de reitjes. Het ‘middeleeuwse’ Brugge. Het ‘romantische’ Brugge. Het ‘authentieke’ Brugge. Het al-lang-niet-meer-stille Bruges-la-Morte.


foto: HLN

Mijn antwoord op Peters vraag luidt, na eventjes nadenken: ‘Neen.’ Neen, de Bruggeling vindt zijn weg niet terug naar zijn stad nu de toeristen daar een tijdje massaal afwezig zijn. Want, tja, wat zou hij daar moeten zoeken? Ook voor hem is alles dicht en bovendien, wat is er open als alles open is? Buurtwinkels en cafés zijn grotendeels verdwenen uit het centrum. De bewoners eigenlijk ook want hoeveel mensen wonen eigenlijk nog in de binnenstad? Het zal niet veel meer zijn dan 20 procent van de totale Brugse bevolking. Komen die vier op de vijf excentrische Bruggelingen wel vaak naar hun binnenstad? Mij lijkt het dat ze in de loop der jaren geleerd hebben om dat vooral niet te vaak te doen. Mij lijkt het dat de Bruggelingen zich de attitude hebben eigengemaakt dat die binnenstad er vooral voor de toeristen is. Zij voelen zich daar niet meer thuis. En eigenlijk ook niet echt welkom. Daar zullen die paar maanden corona niet veel aan veranderen.

Ik wijs, om het beeld genuanceerd te houden, Peter nog op de plannen die het stadsbestuur heeft om het shoppen in Brugge kwalitatief hoogstaander te maken, wat dat dan ook moge betekenen, en op het algemeen bij de Bruggeling verspreide besef (veronderstel ik) dat Brugge een welvarende en propere stad is door toedoen van het toerisme, dat een aantal grootstedelijke problemen nooit de kans hebben gekregen om zich hier te nestelen.

200519