werknotities
Geen weg terug
Er is geen andere weg dan hopen op een ‘snelle en radicale
verandering’. De kans dat iedereen tegelijk zal worden gemobiliseerd om het
nodige te doen is gering. Als er na veel chaos al iets ontstaat, dan om te
beginnen wel het besef dat we van fossiele brandstoffen af moeten en dat we de
gebruikte grondstoffen moeten recycleren. Iedereen produceert zijn eigen
energie. Van de consumptiegoederen wordt nu eindelijk de werkelijke kostprijs
berekend. Vlees, soja en palmolie worden luxeproducten. Er worden enkel nog
duurzame en modulair vervangbare apparaten gemaakt. Mode en reclame verdwijnen.
Mensenarbeid wordt grotendeels vervangen door machinearbeid, waarop dan ook
belasting wordt geheven. De voormalige werkers krijgen een gegarandeerd
basisinkomen. Het arbeidsethos wordt herzien. Er wordt grondig nagedacht over
een zin van het leven die niet uit arbeid wordt gewonnen.
De digitalisering heeft de opinievorming en bijgevolg ook de
democratie grondig hervormd.
Ondertussen zijn de klimaatverandering en de dramatische gevolgen ervan niet meer te stuiten. De landbouw dient hervormd om aan de door de toenemende wereldbevolking stijgende behoeften te blijven voldoen.
Nucleaire afval blijft een probleem vormen.
Het terrorisme bedient zich van nieuwe technieken. Vooral
cybercriminaliteit om de infrastructuur van grote steden aan te pakken wordt
populair. Westerse voormalige democratieën reageren verkrampt en veranderen in
dictaturen-in-maatpak. Die landen vormen niet langer een voorkeursbestemming
voor de veel grotere migratiestromen.
De steden groeien uit tot megalopolissen. Poelen van nieuwe
barbarij in de arme landen, hoogtechnologische centra waarin de natuur opnieuw
wordt opgenomen in de rijke landen.
Door de robotisering vindt de productie opnieuw plaats waar
de doelmarkten zich bevinden en verliezen de groeilanden in het Oosten hun op
basis van goedkope arbeid verworven voorsprong.
Door het terugschroeven van patentwetten en de verspreiding
van de kennis via het internet worden innovaties sneller gemeengoed. Steeds
vaker zijn de uitvinders robotten. De vraag rijst: ‘Wanneer worden mensen
overbodig?’
De consumptiezucht wordt vervangen door ‘een nieuw soort
transcendentie’, de ‘hoop op een gemeenschappelijk doel’. Het nationalisme
heeft zijn beste tijd gehad omdat iedereen ondertussen heeft begrepen dat
klimaat en digitalisering zich niet aan grenzen houden.
Democratie als politiek systeem lijkt steeds duidelijker
ontoereikend om de juiste oplossingen voor de alsmaar grotere problemen aan te
reiken. De Verenigde Staten en de Europese Unie imploderen. De burgers, vooral
de jongeren, nemen de touwtjes in handen omdat ze hun toekomst bedreigd zien.
Een soort hoop
Er zal veel vastberadenheid nodig zijn om de toekomstige
uitdagingen, die zich nu al aandienen, het hoofd te bieden. Maar slechts een
minderheid is al doordrongen van de gevaren. De meerderheid lijkt totaal
geconditioneerd door het door de markt opgedrongen egoïsme, of zit in zijn
vesting. Een gemeenschappelijk project, nodig om de wereld te redden, lijkt
ondenkbaar te zijn geworden. Maar zijn er in het verleden niet al veel van die
uitzichtloos lijkende gemeenschappelijke projecten toch geslaagd, van
slavenbevrijding tot homorechten – als er zich maar voldoende mensen achter
scharen?
Kunnen we wachten tot iedereen doordrongen is van de urgentie? Er moet
een verhaal ingang vinden dat de tegenstelling tussen markt en vesting, en ook
het persoonlijke perspectief, overstijgt en dat iedereen mobiliseert.
(einde)
lees hier
deze samenvatting vanaf het begin