dinsdag 12 mei 2020

Philipp Blom, Wat op het spel staat 9 en 10/10



werknotities



Geen weg terug

Er is geen andere weg dan hopen op een ‘snelle en radicale verandering’. De kans dat iedereen tegelijk zal worden gemobiliseerd om het nodige te doen is gering. Als er na veel chaos al iets ontstaat, dan om te beginnen wel het besef dat we van fossiele brandstoffen af moeten en dat we de gebruikte grondstoffen moeten recycleren. Iedereen produceert zijn eigen energie. Van de consumptiegoederen wordt nu eindelijk de werkelijke kostprijs berekend. Vlees, soja en palmolie worden luxeproducten. Er worden enkel nog duurzame en modulair vervangbare apparaten gemaakt. Mode en reclame verdwijnen. Mensenarbeid wordt grotendeels vervangen door machinearbeid, waarop dan ook belasting wordt geheven. De voormalige werkers krijgen een gegarandeerd basisinkomen. Het arbeidsethos wordt herzien. Er wordt grondig nagedacht over een zin van het leven die niet uit arbeid wordt gewonnen.

De digitalisering heeft de opinievorming en bijgevolg ook de democratie grondig hervormd.

Ondertussen zijn de klimaatverandering en de dramatische gevolgen ervan niet meer te stuiten. De landbouw dient hervormd om aan de door de toenemende wereldbevolking stijgende behoeften te blijven voldoen.

Nucleaire afval blijft een probleem vormen.

Het terrorisme bedient zich van nieuwe technieken. Vooral cybercriminaliteit om de infrastructuur van grote steden aan te pakken wordt populair. Westerse voormalige democratieën reageren verkrampt en veranderen in dictaturen-in-maatpak. Die landen vormen niet langer een voorkeursbestemming voor de veel grotere migratiestromen.

De steden groeien uit tot megalopolissen. Poelen van nieuwe barbarij in de arme landen, hoogtechnologische centra waarin de natuur opnieuw wordt opgenomen in de rijke landen.
Door de robotisering vindt de productie opnieuw plaats waar de doelmarkten zich bevinden en verliezen de groeilanden in het Oosten hun op basis van goedkope arbeid verworven voorsprong.

Door het terugschroeven van patentwetten en de verspreiding van de kennis via het internet worden innovaties sneller gemeengoed. Steeds vaker zijn de uitvinders robotten. De vraag rijst: ‘Wanneer worden mensen overbodig?’

De consumptiezucht wordt vervangen door ‘een nieuw soort transcendentie’, de ‘hoop op een gemeenschappelijk doel’. Het nationalisme heeft zijn beste tijd gehad omdat iedereen ondertussen heeft begrepen dat klimaat en digitalisering zich niet aan grenzen houden.

Democratie als politiek systeem lijkt steeds duidelijker ontoereikend om de juiste oplossingen voor de alsmaar grotere problemen aan te reiken. De Verenigde Staten en de Europese Unie imploderen. De burgers, vooral de jongeren, nemen de touwtjes in handen omdat ze hun toekomst bedreigd zien.

Een soort hoop

Er zal veel vastberadenheid nodig zijn om de toekomstige uitdagingen, die zich nu al aandienen, het hoofd te bieden. Maar slechts een minderheid is al doordrongen van de gevaren. De meerderheid lijkt totaal geconditioneerd door het door de markt opgedrongen egoïsme, of zit in zijn vesting. Een gemeenschappelijk project, nodig om de wereld te redden, lijkt ondenkbaar te zijn geworden. Maar zijn er in het verleden niet al veel van die uitzichtloos lijkende gemeenschappelijke projecten toch geslaagd, van slavenbevrijding tot homorechten – als er zich maar voldoende mensen achter scharen? 

Kunnen we wachten tot iedereen doordrongen is van de urgentie? Er moet een verhaal ingang vinden dat de tegenstelling tussen markt en vesting, en ook het persoonlijke perspectief, overstijgt en dat iedereen mobiliseert.

(einde)

lees hier deze samenvatting vanaf het begin