Dubbel gevoel
Wie kent niet dat dubbele gevoel, opgelopen tijdens de
coronacrisis? Het heeft iets tsjeverigs, iets enerzijds-anderzijdsachtigs.
Enerzijds proberen we zo empathisch
mogelijk te beseffen – voor zover we zelf niet rechtstreeks op de een of andere
manier getroffen zijn want dan is die empathie niet van doen – hoe erg het voor
vele tijdgenoten is: mensen die opgenomen worden, op de intensive care
belanden, sterven. Of terug naar huis mogen, we kennen ondertussen de
parameters vanbuiten. Of mensen die een dierbare hebben moeten laten gaan. Of
mensen die in de zorg staan: verpleegsters, dokters, ambulanciers. Of mensen
die de vitale functies in onze samenleving draaiende hebben gehouden. Buschauffeurs,
vuilnisophalers, caissières. Het is voor al die mensen geen lachertje geweest –
vaak heb ik mij ongemakkelijk gevoeld, om niet te zeggen schuldig, wanneer ik
wandelend of fietsend en van de vele weken prachtig weer genietend met het werk
van deze mensen werd geconfronteerd of aan hun lijden moest denken. Velen
hebben dat ongemak van zich afgezet door witte lakens uit het raam te hangen of
door om acht uur ‘s avonds te applaudisseren.
Maar er is ook dat anderzijds.
Maar er is ook dat anderzijds.
Anderzijds is er toch ook, onmiskenbaar,
die zalige herbronning, het doorgedrongen besef dat dat ‘normale leven’ toch
niet zo normaal is. We genoten van de stilte, ademden de zuivere lucht in,
zagen geen chemtrails in het zwerk, ondervonden dat we veel dingen niet kochten
en eigenlijk ook niet zo heel erg nodig hebben, beseften hoe kostbaar sociale
omgang is, mochten de genoegens ervaren van het wandelen in een verstilde stad
– enzovoort. Vele parameters werden bijgesteld, talrijke – vaak afgestompte –
voelsprieten herijkt. Verrijkt. En kijk, we vinden het jammer dat de
quarantaine aan het aflopen is. Wie weet, durven we al stilletjes te denken,
komt er in de zomer een terugval en krijgen we nog een paar van die weken. Maar
dat zeggen we niet natuurlijk, of toch niet – vanwege die empathie – hardop.
Het is een dubbel gevoel. Maar denk eens goed na. Denk eens
na over hoe het ‘normale leven’ voelt. Of als je het nog niet zo hebt
aangevoeld, doe het dan voortaan. Bij zowat alles wat we in het ‘normale leven’
doen, hebben, zijn… past dat dubbele gevoel: het is altijd ten koste van iets
wat elders verloren gaat. Rien ne se perd, rien ne se crée. Bij zowat
alles komt verbranding, uitbuiting, roofbouw, transport kijken. We leven totaal
verkeerd. We zouden eigenlijk een veel ruimere stolp nodig hebben om dat
allemaal recht te zetten en te ‘normaliseren’, zij het dan op een veel grotere
schaal. Kunnen we met dát ongemak,
met díe schuld leven? Neen. Maar we
kunnen er wel eens aan denken. Corona zelf is welbeschouwd niet méér dan een
symptoom van een veel omvattender ziekte.
200511