Met het telefoontje tegen mijn oor gedrukt deed ik aan de
straatkant een raam van mijn werkkamer open. Als ik me ver genoeg naar buiten
boog, kon ik in noordoostelijke richting inderdaad een gele helikopter met
rood-blauwe strepen zien hangen: ongeveer boven het Rijksmuseum, waarvan de
ligging werd aangegeven door het asymmetrische kruis van een hoge kraan.
A.F.Th. van der Heijden, Tonio,
531