Na samen met S. (kandidaat nummero 32) duizend folders te
hebben gebust, vraag ik me af hoe het komt dat niet alle facteurs met
ingetapete vingers rondrijden. Hoe kun je nu je knokkels van schaving vrijwaren
met al die verraderlijke ijzeren gleuven waarin je je uiterst plooibare A4-tje
tussen zeer weerbarstige kleppen door te wringen hebt, slecht één hand vrij
hebbende want in de andere hou je dat langzaam slinkende stapeltje vast (de
rest van het papieren gewicht tors je in een rugzak mee)? Je gaat van bus naar
bus en stelt in je hoofd een typologie van bussen samen: de klappertjes, de
borstelgleuven, de vagina’s dentatae,
de buskleppen met jugendstilletters, de bestickerde bussen (‘Jawel, mevrouw,
verkiezingsdrukwerk is géén reclame. En bovendien is het mijn democratische
plicht u te informeren want u bent toch verplicht ter stemgang te gaan? Dus?
Bus!’)… Je verwacht telkens een hond te horen aanslaan, je ruikt de
etensluchten die je uit de geopende klep tegemoetsmeulen, je hoort de
huisgeluiden uit interieurs die je nooit zult betreden. En tussen de bussen
door: de ramen, de voordeuren. Ook daarvan kun je typologieën opstellen: potplanten,
postuurkes voorstellende een trouwe
hond of een wegdromende herdersjongen, de ruiten beplakt met
verkiezingsaffiches – hier zijn de keuzes blijkbaar al gemaakt. Je wringt je
folder tussen de folders en gazetten in een al overvolle brievenbus: een
druppel op een hete plaat. Elders waait je tijding gewiegd op luchtlagen de
woning binnen tot hij een zachte landing maakt op een blinkend opgepoetste
gangvloer. Een bewoner komt net buiten; je geeft je brief persoonlijk af. Hij
neemt beleefd aan maar je ziet al meteen in zijn ogen die valse glans: ‘Waar
moet ik dit nu zo snel mogelijk kwijt?’ Talrijk zijn de buitenlandse namen
naast de belknoppen – je vraagt je af of deze mensen stemrecht hebben, een
boodschap hebben aan je boodschap. Wat haalt dat bussen uit? Hoeveel op honderd
folders bereiken de ontvanger werkelijk? En hoeveel van die hoeveel op honderd
brengen hem op andere gedachten? Je mag het je niet afvragen en slaat de hoek
om, alweer een nieuwe straat. Je stapeltje slinkt, de vracht op je rug wordt
lichter, nog een halfuur of zo en morgen nog een uurtje, en dan zijn we er weer
voor een tijdje vanaf.