M., bij het uitdrukkelijke 'geen verkiezingsdrukwerk' zou
wél bussen inderdaad - euh - 'vrijpostig' zijn. Voor de verkiezingsborden langs
de weg ben je te streng: die hebben een bijzonder poëtisch gehalte, ze wekken
mededogen op en dat is een schone menselijke eigenschap. En ze maken eens om de
zoveel jaar ons landschap iets minder lelijk dan het op zichzelf is. (Op
voorwaarde natuurlijk dat ze na een paar weken verdwijnen, wat ze ook doen.) Ik
kan een bijzonder genoegen scheppen in de demonstratie van vergankelijkheid die
deze borden ons gratis bezorgen: ze zakken weg in de polderklei, de poster bladderen
af – om nog niet te spreken van de talrijke uitingen van spontane creativiteit
en onschuldig geüite volkswoede (snorretjes, opschriften, uitgeklopte tanden,
enzovoort). Heel creatief vind ik dat, ik schep daar een onvoorwaardelijk
genoegen in, in die mate zelfs dat ik het altijd jammer vind als het weer
voorbij is.