zondag 22 maart 2020

LVO 137



Eén keer per jaar palmde ik de woonkamertafel voor een paar weken in want dan speelde ik de 24 uren van Le Mans. Voor deze wedstrijd liet ik mijn wagentjes niet, aangestuurd door dobbelstenen en mijn tellen en vooruitschuiven, een aantal vooraf bepaalde rondjes afleggen, maar ik hield het spel evenzoveel uren vol als de race in werkelijkheid duurde en dat was voor 'Le Mans' dus een volledig etmaal. Uiteraard niet aan één stuk door: ik speelde nu eens een uur en dan weer anderhalf uur en tussen het binnenkomen van het buitenspelen en het avondeten in (aan de keukentafel) ook nog eens een kwartiertje, en ik chronometreerde dat alles zorgvuldig en hield het aantal gespeelde ('gereden') minuten zorgvuldig bij. Zoals ik ook, telkens er een volledig uur was afgewerkt, een tussenstand noteerde, waarna ik die gegevens zorgvuldig overzette in een grafiek. Und kein Ende.

Als ik het vanuit mijn huidige perspectief bekijk, kan ik uiteraard niet anders dan deze neurotische bezigheden als krankzinnig tijdverlies bestempelen. Maar ik sta liever niet stil bij wat ik, door mij zo obstinaat aan dat repetitieve spelletje vast te houden, allemaal niet heb gedaan. Hoewel, misschien zie ik het te negatief. Misschien is het, integendeel, wel zo dat dit voortdurende tellen en notuleren, deze koppig volgehouden inspanning en die verbeten concentratie, dit zich bezighouden met een volstrekt nutteloze en onzinnige activiteit – dat dat alles mij diepgaand heeft gevormd en voorbereid op de ongein die mij later in het leven te wachten stond en die ik misschien niet zou hebben aangekund indien ik mijzelf niet op een dergelijke wijze geduld, orde en discipline had bijgebracht. Geduld, Orde, Discipline – in die volgorde en mét kapitalen vormde dat trio een bijzonder woord.

Los daarvan belet de herinnering aan mijn autistisch aandoend spel mij ook van het uiten van al te gemakkelijke kritiek op al die jonge mensen die, in onze inmiddels aangebroken nieuwe, digitale, tijden, hun tijd verdoen met in mijn ogen onnozele computergames. Au fond doen zij hetzelfde, maar dan ánders – al heb ik toch de indruk dat de verslavende component van hún activiteit toch nog iets krachtiger is dan die van het spel waarmee ik zo hardnekkig en volgehouden mijn tijd en geest doodde.

(wordt vervolgd) 
lees vanaf hier deel 1
lees hier vanaf het begin van deel 2