190310
B. zegt dat ik vannacht gillend wakker ben geworden. ‘Je
hebt nog demonen te verwerken.’ * We ruimen de gîte op en vertrekken naar The
Bateman’s Estate, de voormalige residentie van Rudyard Kipling. Een ruim en rijkelijk
aangekleed zeventiende-eeuws landhuis, gelegen in een idyllisch gelegen, grote
parktuin. Ik ken Kipling alleen van naam en als auteur van Jungle Book,
maar uit de hier tentoongestelde parafernalia treedt hij naar voren als een
gevierd en drukbezocht schrijver uit een tijd waarin Groot-Brittannië nog
schaamteloos kon uitpakken met een niet ter discussie gesteld imperialisme,
internationaal, en nagenoeg feodaal paternalisme, nationaal. In beide gevallen
gaat het om een onversneden uitbuiting, die allicht met argumenten van
bescherming en beschaving werd vergoelijkt. Kipling was de suffragettebeweging
absoluut niet gunstig gezind, en legde zich er in 1915 op toe om jongemannen te
overtuigen om zich te gaan slachtofferen in de loopgraven op het vasteland. Tot
zijn eigen zoon in Loos het leven liet. Een transcriptie van de laatste brief
van Kipling junior naar huis is very touching, en met name de laatste
zin daarin (die ik hier uit het hoofd en dus niet nauwkeurig citeer en meteen
vertaal): ‘Het zal nu wel een tijdje duren vooraleer ik jullie opnieuw iets kan
schrijven want morgen vertrekt mijn bataljon naar de vuurlinie.’ * In Rye eten
we fish’n chips en bezoeken we een boekhandel, waar ik niet buiten kom zonder
mijn laatste ponden te hebben opgemaakt aan Conversations With Friends van
de mij onbekende, maar door H. en B. aangeraden Sally Rooney, en Talking To
My Daughter. A Brief History Of Capitalism van Yanis Varoufakis – die
laatste aankoop uit sympathie voor de man, maar ook omdat mijn reisgenoten wildenthousiast
zijn van het boek. Na het nog inderhaast nuttigen van tea with scoones, vertrekken we om half vijf richting Channel
Tunnel (in Frankrijk: Chunnel). (…) We draaien onze uurwerken een uur
vooruit. We komen om negen uur aan in Brugge. * (…) *