dinsdag 10 maart 2020

vorig jaar 108


190310
B. zegt dat ik vannacht gillend wakker ben geworden. ‘Je hebt nog demonen te verwerken.’ * We ruimen de gîte op en vertrekken naar The Bateman’s Estate, de voormalige residentie van Rudyard Kipling. Een ruim en rijkelijk aangekleed zeventiende-eeuws landhuis, gelegen in een idyllisch gelegen, grote parktuin. Ik ken Kipling alleen van naam en als auteur van Jungle Book, maar uit de hier tentoongestelde parafernalia treedt hij naar voren als een gevierd en drukbezocht schrijver uit een tijd waarin Groot-Brittannië nog schaamteloos kon uitpakken met een niet ter discussie gesteld imperialisme, internationaal, en nagenoeg feodaal paternalisme, nationaal. In beide gevallen gaat het om een onversneden uitbuiting, die allicht met argumenten van bescherming en beschaving werd vergoelijkt. Kipling was de suffragettebeweging absoluut niet gunstig gezind, en legde zich er in 1915 op toe om jongemannen te overtuigen om zich te gaan slachtofferen in de loopgraven op het vasteland. Tot zijn eigen zoon in Loos het leven liet. Een transcriptie van de laatste brief van Kipling junior naar huis is very touching, en met name de laatste zin daarin (die ik hier uit het hoofd en dus niet nauwkeurig citeer en meteen vertaal): ‘Het zal nu wel een tijdje duren vooraleer ik jullie opnieuw iets kan schrijven want morgen vertrekt mijn bataljon naar de vuurlinie.’ * In Rye eten we fish’n chips en bezoeken we een boekhandel, waar ik niet buiten kom zonder mijn laatste ponden te hebben opgemaakt aan Conversations With Friends van de mij onbekende, maar door H. en B. aangeraden Sally Rooney, en Talking To My Daughter. A Brief History Of Capitalism van Yanis Varoufakis – die laatste aankoop uit sympathie voor de man, maar ook omdat mijn reisgenoten wildenthousiast zijn van het boek. Na het nog inderhaast nuttigen van tea with scoones, vertrekken we om half vijf richting Channel Tunnel (in Frankrijk: Chunnel). (…) We draaien onze uurwerken een uur vooruit. We komen om negen uur aan in Brugge. * (…) *