vrijdag 20 maart 2020

de mosselcanon 6


Onder de titel Het land van de mosseleters verzamelden Benno Barnard en Paul de Wispelaere in 2002 57 proeven van 150 jaar Vlaamse vertelkunst. Nu er sprake is van het opstellen van een Vlaamse canon, leek het mij een goed idee de door de samenstellers geselecteerde prozafragmenten aan een lezing te onderwerpen.

Virginie Loveling. Een revolverschot (70-77)

Oudejaarsavond, elf uur. ‘Heer Hancq’, met aan elke arm een juffrouw, volgt, in een donkere boomgaard waar hij moet uitkijken om ‘een botsing’ tegen bomen te ‘ontgaan’, een eindje achter ‘burgemeester Florisonne’ en diens echtgenote. Ze hebben samen de avond doorgebracht bij ‘den Rijken Boer van Crocke’.

Beide groepjes gaan uit elkaar. Heer Hancq komt nu samen met Georgine (‘de jongste, de groote’) en Marie (die dus kleiner en ouder is) – want zo heten die beide juffrouwen – bij het Galgenveld. De sfeer is er beklemmend. Marie beseft dat: zij vindt het zonderling ‘dat een oord als het ware iets onverdrijfbaars behoudt, dat er iets akeligs in overblijft van de bloed-tooneelen, die er geschied zijn’.

Het gesprek wordt opengetrokken naar het angstaanjagende in het algemeen. Beide juffrouwen, die samenwonen met hun meid Trientje en dus zonder een man in huis, bekennen ‘uiterst bang’ te zijn ‘voor dieven en moordenaars’. Heer Hancq adviseert hun een revolver in huis te hebben. Vlak bij huis wordt het gezelschapje begroet door veldwachter Stasius, ‘die een nachtelijke ronde deed’, en daar en dan is het ook dat heer Hancq afscheid van beide juffrouwen neemt. Hij woont in het huis tegenover het hunne.

Van Tsjechov weten we dat als in het eerste bedrijf een revolver ter sprake komt, dit tuig in het derde zal afgaan. Het galgenveld, de veldwachter, het wapentuig: we hebben al heel wat om ons zorgen over te maken.

Ondertussen zijn burgemeester Florisonne en zijn echtgenote niet blijven stilstaan. Door middel van hun conversatie laat Virginie Loveling (1836-1923) ons weten dat de burgemeester van zijn voornaam Edmond heet, dat de minder fraai gebouwde Marie dertig is, ongeveer tien jaar ouder is dan de knappe Georgine en dat beide zussen van hun familienaam Santander heten. Marie zou een oogje hebben gehad op Edmond, maar hij acht het raadzaam daarover geen woord te zeggen aan zijn vrouw, Laure. Overigens, met haar zwarte ogen – van ‘Spaanschen oorsprong’ – is Marie nu ook weer niet zó lelijk. Vader Santander – Sanders in de volksmond – was notaris en dus zijn de zusjes welgesteld.

Edmond stelt zijn vrouw, die zich zorgen maakt over chaperon Hancq, gerust: ze zullen wel veilig thuis geraken. Laure heeft het niet zo voor die mooie Luc Hancq met zijn ‘gekrulden snorbaard’, een ‘muziekmeester’ die ‘voor het geld’ getrouwd is met een vrouw die ‘wel bijna de helft ouder dan hij’ is en al geruime tijd niet meer mooi. Laure heeft haar oordeel daarover klaar: ‘zoo iets vind ik nu oprecht verachtelijk bij een man’. Maar ze vergeet haar bezwaren wanneer ze, onder het schijnsel van ‘een schuins uit de wolken schietenden manestraal’ beseft ‘welk innig heil het hare was’.

De volgende ochtend heel vroeg worden Marie en Georgine gewekt door de meid. Trientje wenst beide zussen ‘een goed-zalig nieuwjaar en veel navolgende’. Dat doet zij niet geheel onbaatzuchtig want ze is maar al te blij met de twee vijffrankstukken die ze toegestopt krijgt.

De zussen gaan ter kerke, waar zij een eigen, ‘sierlijk-gesneden ebbenhouten stoel’ hebben, ‘rechtover den kansel staande’. De kerk is vochtig, vuil en bedompt. ‘Neuzen snuiten, hoesten en niezen maakten een aanhoudend gerucht.’ Na de dienst is het een heel geharrewar bij het kerk-verlaten. De zussen zijn ervoor beducht dat een vrouw hun als eerste een gelukkig nieuwjaar zou wensen, ‘iets dat gelijk staat met een onheilsvoorspelling’ – want ja, zij hopen dit jaar dan toch eindelijk eens aan de man te geraken en niet te moeten vaststellen dat waardevolle kandidaten, zoals ‘de vrederechter van Zompelgem en burgemeester Florisonne’ met ‘een juffrouw uit een andere provincie’ trouwden.

Hier eindigt het fragment. Benieuwd of en wanneer het schot valt? En op wie het pistool zal gericht zijn?