donderdag 3 december 2015

vierenvijftig 53




26 november 2015

donderdag

Het zijn de kille, natte dagen voor kerstdag. De moeilijkste periode van het jaar. Korte dagen zonder warmte. Als het nu nog eens vroor, maar neen: het is te koud voor een koude jas, te warm voor een warme. Ik stap een kilometer en het zweet staat in mijn oksels. Ik houd niet van dit kouwe, lauwe, onbestemde jaargetijde. Ik verlang naar langere, warmere dagen. Het frisse groen van het nieuwe blad. Zoals ik er vorige week al zag in het onderhout van de lindes in het park. De bomen zijn het noorden kwijt, het klimaat slaat tilt. Eergisteren zat er een vlinder tegen het raam van mijn studeerkamer. Een grote vos. Half in slaap, te vroeg of te laat en in elk geval ontijdig geboren en versuft. Kansloos want er is geen bloei. Ik dwing hem toch naar buiten omdat hij zo hunkert naar wat licht. ¶