zondag 6 december 2015

vierenvijftig 56





29 november 2015

zondag


Onze ministers zijn blijkbaar niet in staat om met een onderling akkoord naar de Klimaatconferentie in Parijs te trekken. Ze struikelen over halve percenten in de verdeling van de emissierechten over de gewesten. Of zoiets. En ondertussen, onder het mom van terreurbestrijding, wordt elke samenscholing verboden. De klimaatmars mag niet doorgaan. Niet in Brussel, niet in Oostende. In Brugge heeft de politie toelating gegeven voor een samenscholing van maximum 250 mensen. Ik stap mee op in een stoet die wel drie keer zo groot is. De vijf of zes politiemensen van dienst stappen oogluikend mee. Er wordt, veel te braaf, verzameld aan de energieverslindende ijssculpturensite op het stationsplein. De stoet passeert ook langs de ijspiste op de Grote Markt. Tijdens deze ‘klimaatmars’ spreek ik met een man die ik ’s avonds op de gewestelijke tv herken als Fons Feekes, klimaatactivist. Ik vraag hem waarom hij er zo keurig gekleed bijloopt: maatpak, das en dergelijke, niet meteen de outfit die je in een klimaatoptocht verwacht want daar lopen toch alleen maar geitenwollensokkenactivisten mee, nietwaar? Fons is ondernemer. Geeft opleidingen in Brussel aan euroambtenaren en lobbyisten. Wéét waarover hij demonstreert want is scheikundige. Ik zeg hem dat hij zich duidelijker als ondernemer zou moeten kenbaar maken, dat dat de klimaatbeweging zou verbreden. Fons draagt samen met zijn kompaan een spandoek: ‘2,7°C = MASS MURDER’. Hij legt me uit dat als het methaangas dat nu onder het permafrost gevangen zit zou vrijkomen, dit voor een exponentiële versnelling van de opwarming zou zorgen en dat hiermee in de meest pessimistische voorspellingen niet eens rekening wordt gehouden. Het mooie Brugge waar we doorheen stappen, zegt Fons, staat over veertig jaar onder water. We hebben het ook nog over hoe we dit aan onze kinderen uitleggen. ¶

De thema’s die Allen aansnijdt mogen dan al de zwaarwichtigheid en universaliteit hebben van die in Griekse drama’s, maar ze worden met zo’n ondraaglijke lichtheid aangesneden dat ze niet ráken. Soms krijg ik de indruk dat Allen zich schaamt omdat hij het over ernstige dingen wil hebben. In Mighty Aphrodite heeft hij het over de waarde van de bloedband: is het in een adoptie belangrijk te weten wie de ouders zijn van het kind? Of wat met de vader die niet beseft dat hij met zijn eigen progenituur wordt geconfronteerd? Dat soort zaken. Maar Allen kan het lollig doen niet laten. Hij doet dat met veel verve, dat is zeker waar, maar het blijft zo luchtig en efemeer, en cinematografisch valt er eigenlijk ook niet bijzonder veel te beleven. De interventies van het Griekse koor in de film zijn grappig, maar het blijft een gimmick. Ik heb Woody Allen al vaak een boeiende maar slordige regisseur gevonden. Te gehaast om zijn veel te talrijke ideeën uit te werken in dit ene leven.