29 november 2015
zondag
Onze ministers zijn blijkbaar niet in staat om met een onderling
akkoord naar de Klimaatconferentie in Parijs te trekken. Ze struikelen over
halve percenten in de verdeling van de emissierechten over de gewesten. Of
zoiets. En ondertussen, onder het mom van terreurbestrijding, wordt elke
samenscholing verboden. De klimaatmars mag niet doorgaan. Niet in Brussel, niet
in Oostende. In Brugge heeft de politie toelating gegeven voor een
samenscholing van maximum 250 mensen. Ik stap mee op in een stoet die wel drie
keer zo groot is. De vijf of zes politiemensen van dienst stappen oogluikend
mee. Er wordt, veel te braaf, verzameld aan de energieverslindende
ijssculpturensite op het stationsplein. De stoet passeert ook langs de ijspiste
op de Grote Markt. Tijdens deze ‘klimaatmars’ spreek ik met een man die ik ’s
avonds op
de gewestelijke tv herken als Fons Feekes, klimaatactivist. Ik vraag hem waarom
hij er zo keurig gekleed bijloopt: maatpak, das en dergelijke, niet meteen de
outfit die je in een klimaatoptocht verwacht want daar lopen toch alleen maar geitenwollensokkenactivisten
mee, nietwaar? Fons is ondernemer. Geeft opleidingen in Brussel aan euroambtenaren
en lobbyisten. Wéét waarover hij demonstreert want is scheikundige. Ik zeg hem
dat hij zich duidelijker als ondernemer zou moeten kenbaar maken, dat dat de
klimaatbeweging zou verbreden. Fons draagt samen met zijn kompaan een spandoek:
‘2,7°C = MASS MURDER’. Hij legt me uit dat als het methaangas dat nu onder het
permafrost gevangen zit zou vrijkomen, dit voor een exponentiële versnelling
van de opwarming zou zorgen en dat hiermee in de meest pessimistische
voorspellingen niet eens rekening wordt gehouden. Het mooie Brugge waar we
doorheen stappen, zegt Fons, staat over veertig jaar onder water. We hebben het
ook nog over hoe we dit aan onze kinderen uitleggen. ¶
De thema’s die Allen aansnijdt mogen dan al de zwaarwichtigheid
en universaliteit hebben van die in Griekse drama’s, maar ze worden met zo’n
ondraaglijke lichtheid aangesneden dat ze niet ráken. Soms krijg ik de indruk
dat Allen zich schaamt omdat hij het over ernstige dingen wil hebben. In Mighty Aphrodite heeft hij het over de
waarde van de bloedband: is het in een adoptie belangrijk te weten wie de
ouders zijn van het kind? Of wat met de vader die niet beseft dat hij met zijn
eigen progenituur wordt geconfronteerd? Dat soort zaken. Maar Allen kan het
lollig doen niet laten. Hij doet dat met veel verve, dat is zeker waar, maar
het blijft zo luchtig en efemeer, en cinematografisch valt er eigenlijk ook
niet bijzonder veel te beleven. De interventies van het Griekse koor in de film
zijn grappig, maar het blijft een gimmick. Ik heb Woody Allen al vaak een
boeiende maar slordige regisseur gevonden. Te gehaast om zijn veel te talrijke
ideeën uit te werken in dit ene leven. ¶