zaterdag 19 december 2015

vierenvijftig 68


11 december 2015

vrijdag

‘Een klein bruin broodje, niet gesneden. Een klein krentenbroodje, gesneden. En een pakje sigaretten, zoals gewoonlijk, niet gesneden.’ Dat is wat ik de man voor mij bij de bakker-kruidenier hoor zeggen. Een oud-Brugse flegmatieke humor, die je zelden nog opvangt. En ik sla het op en vraag mezelf meteen af hoe ik het moet opschrijven want zonder dat dialect gaat de hele anekdote natuurlijk hopeloos de mist in. Eigenlijk zou er moeten staan: kroptje, kramiekstje, pakstje, glik gwente. En waar plaats ik de leestekens? ‘En een pakje sigaretten zoals gewoonlijk, niet gesneden’ of: ‘En een pakje sigaretten, zoals gewoonlijk niet gesneden.’ De eerste zin laat de mogelijkheid open dat de man anders zijn sigaretten, van een merk dat hij niet hoeft te specificeren omdat ze hem daar kennen, wél laat snijden; de tweede zin verlegt de grap naar de suggestie dat de winkelvrouw, in de war gebracht door het wél te snijden krentenbroodje, het pakje sigaretten ook in de snijmachine zou leggen. ¶

(...) ¶

© Fernand Cornet

Ik neem de foto’s van tien jaar geleden door en moet vaststellen dat ik zeer blij ben dat ik van bepaalde gebeurtenissen toch nog die foto’s héb want anders bleef er niets meer over. De prijs is wel dat je eigenlijk alleen maar herinnert wat die foto’s tonen – totdat het op den duur onduidelijk wordt of je je nu de gebeurtenis herinnert, of de foto van die gebeurtenis. Maar die prijs betaal ik graag. (...) Foto’s van mijn 27 levensjaren voor 1987 heb ik nagenoeg niet. Voor die periode moet ik betrouwen op mijn geheugen. En dat blijkt zéér ontoereikend. ¶