In zijn herinnering schijnt het zachte middaglicht over
die stapel adembenemende lelijkheid, en wat hij ziet zijn kleuren, tinten, de
meest subtiele overgangen van licht en schaduw, grijzen en rood, sepia en
nachtblauw, dieprood dat bijna zwart geworden is, het tere geel, bijna wit, van
een stukje ongeschonden vacht dicht bij een dode snuit.
Stefan Hertmans, Oorlog
en terpentijn, 100