23 augustus – zaterdag / Elisabethlaan
Ik lees, ter voorbereiding van het
bezoek deze namiddag aan het werk van Jan Verhaeghe in het crematorium van
Lochristi, de catalogusteksten in het boek Rien
à voir. Ik ben wel onder de indruk van de consistentie in dit werk, waaraan
ik tot nu toe onvoldoende aandacht heb besteed. Verhaeghes kunst gaat over
vrijheid van meningsuiting, censuur, kijken, zichtbaarheid, publieke ruimte,
toegankelijkheid van kunst, de kritische functie van kunst, enzovoort.
Krachtige beelden, signaalkunst.
(…)
We lachen wat af tijdens de rit
naar Sint-Niklaas in het Volkswagenbusje van Yves. (…) Vooral de verschillen in de
adviezen van de twee aanwezige gps-dames met betrekking tot de te volgen weg
zorgen voor hilariteit. Yves houdt er daarenboven een zeer eigenzinnige
rijstijl op na. In Sint-Niklaas en Lochristi bezoeken we twee crematoria
waarover een en dezelfde tentoonstelling is uitgespreid met werk van
hedendaagse beeldende kunstenaars. Het thema, of de titel, is: ‘Tussenwereld’,
en uiteraard speelt de specificiteit van de plekken een belangrijke rol in de
selectie en de opstelling van de werken. (…)
Aansluitend op de rondgang langs
beide tentoonstellingsonderdelen krijgen we een uiteenzetting van de
crematoriumdirecteur, over de werking van zijn bedrijf. Hij neemt ons mee naar
de ovenzaal, waar vandaag alleen al zestig lichamen zijn gecremeerd! De man
spreekt luchtig en nuchter, maar nooit zonder respect en distinctie, over zijn
werk. Hij vertelt enkele anekdotes, die de zware atmosfeer wat moeten luchten.
Onder meer deze over een groep Indiase diamantairs uit Antwerpen. De schuif
waarin de kist in de oven werd gerold, deed het niet perfect en was nog niet
helemaal binnen toen de klep die het invoergat moest afsluiten al naar beneden
kwam. De technicus die ‘het gebeuren’ begeleidde, zag de blokkering al aankomen
en deed precies wat hij moest doen en zelfs dat ietsje meer: hij stapte naar de
schuif, maakte een – geïmproviseerde – ‘rituele’ buiging en gaf de kist een
zetje zodat hij net voor de klep neerkwam het gat in rolde. De bedienaar boog
nog eens ‘ritueel’ en trad terug naar zijn plek naast het bedieningspaneel. De
groep Indiase diamantairs dacht dat deze demarche deel uitmaakte van de
procedure en hadden dus niets gemerkt. Wij hoorden ook nog dat alles er wordt
aan gedaan om het hele verbrandings- en emissieproces zo ecologisch mogelijk te
laten verlopen, en dat er elke jaar edele metalen worden gerecycleerd ter
waarde van 60.000 euro, een bedrag dat door het crematiebedrijf integraal aan
het Kinderkankerfonds wordt geschonken.
Op de terugweg vertelde C. over
zijn werk op het RIZIV. Hij behandelt internationale dossiers en is derhalve
gespecialiseerd in de ingewikkelde verschillen tussen de verschillende
wetgevingen ter zake. Hij stelt me ook enkele vragen over mijn reis.
(…)
En dan is er nog het jaarlijkse bal populaire in het park tegenover mijn
appartement: nóg een bombardement van emoties. (…) Het weerlichten aan de horizon
is intussen dichterbij gekomen. De eerste druppels vallen. Net nu de sfeer er
begon in te komen. Van op de houten dansvloer weerklinken tot de weergoden
gerichte kreten die me aan de Woodstockfilm doen denken: Stop that rain! Aanvankelijk lijkt het niet te helpen: een stortbui
breekt los. Enkele balgangers druipt af, maar de diehards blijven. De kruinen van de bomen kunnen op den duur het
water ook niet meer tegenhouden en alle tafeltjes en stoelen worden nat. Maar
net wanneer je denkt dat ook deze editie van het bal, net zoals veel vorige, in
het water gaat vallen, worden de aanhouders beloond: het houdt op met regen en
het dansfeest komt, nu iedereen van lieverlede op de dansvloer staat omdat er
niets droogs meer is om op te zitten, nu echt goed op gang. Ik zie (…) voor
de eerste keer mijn jongste zoon dansen (…) Saskia, die de eerste edities van het bal
georganiseerd heeft, staat nu in de biertent glazen af te wassen. Ik ga naar
haar toe en zeg haar dat ik blij ben dat zij indertijd het initiatief heeft
genomen. Dat doet haar zichtbaar plezier. Ik keer terug naar de dansplanken,
waar het feest enkele minuten na twaalf uur wordt afgebroken. Er is geen
toelating van de stad om door te zakken. ‘Dat zou in Gent geen waar zijn,’ hoor
ik zeggen. Maar misschien hoeft het ook niet.