5 augustus
De bedoeling van een dagboek moet
zijn: het geestelijk leven vastleggen; niet je verliezen in een opsomming van
gedane zaken (die geen keer nemen), maar een poging ondernemen om vast te
leggen waar je mee bezig bent, wat je bezighoudt, waar je gedachten en
gevoelens naar uitgaan. Dezer dagen wordt dit geestesleven in grote mate gevoed
door Facebook en door de discussies die daar hun sporen nalaten. Die zijn nogal
heftig, de neiging tot polariseren is uitgesproken. Na alle commotie rond de
N-VA, intussen wat geluwd, komen er nu tegenstellingen aan het licht met
betrekking tot de oorlog tussen Israël en Palestina. Gisteren trok Benno
Barnard openlijk van leer tegen het gedicht dat dichter des vaderlands Charles
Ducal had geschreven over de Israëlische bombardementen op de Gazastrook.
Bernard verwijt Ducal onversneden antisemitisme. Vandaag roert Saskia Van
Nieuwenhove zich. In hetzelfde Joods dagblad waarin Barnard een forum had
gevonden, staat nu een provocatieve oproep ten aanzien van de dokter die vorige
week het initiatief nam voor een door veel van zijn collega’s mede ondertekende
open brief aan het adres van de Belgische bewindsvoerders, met de vraag om
explicieter de Israëlische agressie te veroordelen en om boycotacties te
ondernemen op economisch, cultureel en ook sportief gebied – de eerstvolgende
match met inzet van de Rode Duivels is in en tegen Israël. Het Joodse blad
vraagt de dokter wat zijn grootvader tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft
ondernomen om de Joden te helpen tegen de dreiging van de nazi’s. Van
Nieuwenhove reageert met een open brief aan Bart De Wever, die, zoals algemeen
bekend is, de Antwerpse Joden, zeker de ondernemende Antwerpse Joden, goed te
vriend wil houden. Zorg ervoor, aldus Van Nieuwenhove, dat de archieven waarin
ik het materiaal kan vinden dat ik nodig heb om aan te tonen dat mijn
grootvader de Joden geholpen heeft worden geopend. Wat belet er u om die archieven te openen? Archieven die ook de
dokter nodig heeft om aan de onbeschaamde en moreel totaal verwerpelijke vraag
van de Joodse periodiek te kunnen beantwoorden. Kijk, dat vind ik sterk. Van
Nieuwenhove klaagt hier zeer terecht een onrechtvaardige aanval aan door een positief
voorstel aan te brengen, dat meteen ook
een aanklacht inhoudt: wat houdt de overheid in godsnaam tegen om die archieven
te openen? Dat soort zaken vind ik boeiend. Het houdt mijn geest bezig, dat is
mijn geestesleven. (Ik vergat nog te vermelden dat ook Dirk van Bastelaere
Charles Ducal frontaal aanvalt door een vergelijking te maken tussen Ducal en
Paul De Man, die ‘ook’ in diskrediet geraakte met ‘antisemitische’
geschriften.)
Ik krijg een compliment van Paul
Claes, het is niet het eerste: ‘Jouw blog is een oase in de internetwoestijn’.
En bij wijze van dank steekt hij er zijn vertaling van Le cimétière marin van Paul Valéry bij. Dat is nu de derde keer in
evenveel dagen dat Paul Valéry, die ik tot hiertoe enkel van naam kende, tot
mij probeert door te dringen. Eerst was er Facebookvriend Pierre Plum, die zijn
publiekje wees op het bestaan van La
jeune Parque. Dan las ik in Edmund de Waals De haas met de amberkleurige ogen over Rilke, die Valéry vertaalde.
En nu is er dit. Overigens ben ik uiteraard uitermate blij met het compliment
van Paul Claes, het is zeer statusverhogend!
(…)
Met Sarah maak ik een fietstochtje
van 40 kilometer naar Oudenburg (via Jabbeke en Ichtegem) en terug (langs het
kanaal). In Oudenburg drinken we een kriek van ’t vat. (…)
We bekijken een film op dvd: La Marche van Nabil Ben Yadir (2013):
een goedbedoeld, wat naïef verslag van een protestmars tegen racisme en
ongelijkheid die klein begint, onderweg op veel tegenstand stoot maar –
uiteraard – goed en groots eindigt. Het heimwee naar militantisme. Een bede om
hoop.