5 augustus – dinsdag / Elisabethlaan
(…)
(…) veel liever breng ik nog maar
eens een dag met andermans en mijn teksten door. Noem het eenkennigheid of
eenzelvigheid voor mijn part, het kan me niet schelen. Wat heb ik in Watou
verloren, wat heb ik onthouden van de vorige keren dat ik daar ben geweest
sinds ik er niet meer over schrijf.
De lectuur bestaat nog steeds uit De Waal en Schwartz, maar ik wil ook nog eens voortdoen met Proust en met ‘Mijn
woordenboek’.
Sinds enkele dagen ligt er op mijn
lectuurkrukje in de wc een nieuw boek: ik lees, telkens ik aan het kakken ben,
in ‘het boek dat alle wereldleiders cadeau kregen’, The World Book of Happiness ofte, in de Nederlandse vertaling, Geluk. Het staat vol
stoelgangbevorderende clichés en steriele veralgemeningen, maar desalniettemin
heeft het mij toch al enkele keren aan het denken gezet. Bijvoorbeeld met maximes
als: wees trots, maar vergeet het sociale niet want alleen trots zijn,
verschaft weinig voldoening; formuleer doelstellingen en wees ervan bewust dat
je die te allen tijde kunt veranderen; maak niet de fout te denken dat je aan
jezelf genoeg hebt. ’t Zijn eenvoudige en zeker geen originele voorschriften,
maar het kan geen kwaad om er eens aan te worden herinnerd.
Een van de redenen waarom Pasolini
de consumptiecultuur ‘een ware antropologische catastrofe’ noemt, is omdat het
eigenlijk een verkapt fascisme is. De echte macht is niet in handen van de
burgers. Dat lijkt alleen maar zo. De burgers ‘genieten’ van een repressieve
tolerantie; hun vrijheid is een schijnvrijheid. En het is al helemaal een
catastrofe omdat het systeem totalitair is: er is geen weg terug, het is ‘te
laat’ om te reageren. Dit sluit naadloos aan bij wat ik al vele jaren denk en
blijf denken: we zitten allemaal in dezelfde schuit en het baat niet dat een elite,
waartoe ik behoor, analyses maakt en waarschuwt – er is geen verzet mogelijk en
als het er al is, wordt het meteen gerecupereerd in de amusementsindustrie en
de vermarkte culturele sector.