woensdag 15 oktober 2014

zomer veertien 53



15 augustus – vrijdag / Visart

Buiten lijkt de zomer voorbij, het regent oude wijven. Vandaag ga ik naar H. en S. Ik twijfel: zal ik hen de tekening van G. cadeau doen die ik een jaar of vier geleden voor 300 euro kocht? Het is een negatief gebaar. Anderzijds kan de tekening misschien beter bij hen zijn dan dat hij hier een voortdurende steen des aanstoots vormt. Maar zal ik er later geen spijt van krijgen? Ik bekijk de tekening na vele maanden opnieuw. Het is een tekening met een negatieve boodschap. Iemand, ongetwijfeld G. zelf, is verwikkeld in een leven van misnoegdheid en voortdurend verhuizen. Hij heeft zijn vaste plek nog niet gevonden. Alles in de tekening ademt voorlopigheid en ontevredenheid, op het agressieve af. Ook om die reden kan ik de tekening natuurlijk niet weggeven aan mensen die mij dierbaar zijn. Uiteindelijk besluit ik voor hun kinderen de boeken De aarde vanuit de hemel, die ik indertijd vertaalde, mee te nemen. Zij zullen daar meer aan hebben dan ik hier.

(…)

Een zeer goede ontvangst bij en gesprek met H. en S.: de kinderen, de vrienden, G., atelierbezoek, S.’s werk… Afspraak om hen eens samen met S. en K. uit te nodigen.

(…)

(…)

(…)