15 augustus – vrijdag / Visart
Buiten lijkt de zomer voorbij, het
regent oude wijven. Vandaag ga ik naar H. en S. Ik twijfel: zal ik hen de
tekening van G. cadeau doen die ik een jaar of vier geleden voor 300 euro
kocht? Het is een negatief gebaar. Anderzijds kan de tekening misschien beter
bij hen zijn dan dat hij hier een voortdurende steen des aanstoots vormt. Maar
zal ik er later geen spijt van krijgen? Ik bekijk de tekening na vele maanden
opnieuw. Het is een tekening met een negatieve boodschap. Iemand, ongetwijfeld
G. zelf, is verwikkeld in een leven van misnoegdheid en voortdurend verhuizen.
Hij heeft zijn vaste plek nog niet gevonden. Alles in de tekening ademt
voorlopigheid en ontevredenheid, op het agressieve af. Ook om die reden kan ik
de tekening natuurlijk niet weggeven aan mensen die mij dierbaar zijn.
Uiteindelijk besluit ik voor hun kinderen de boeken De aarde vanuit de hemel, die ik indertijd vertaalde, mee te nemen.
Zij zullen daar meer aan hebben dan ik hier.
(…)
Een zeer goede ontvangst bij en
gesprek met H. en S.: de kinderen, de vrienden, G., atelierbezoek, S.’s werk…
Afspraak om hen eens samen met S. en K. uit te nodigen.
(…)
(…)
(…)