Mijn eerste boekbespreking (op school) betrof: Het dal
van Hinnom. Ik kreeg er een tien voor. Maar van het boek herinner ik mij niets
meer. Wel vraag ik me af of al diegenen die altijd foeterden op Ruyslinck en -
steevast in één adem genoemd - Vandeloo nu tevreden kunnen zijn over de
lectuurlijsten. Daarin lijken voor de leerlingen vooral het zo groot mogelijke
letterkorps, de zo breed mogelijke witruimte tussen de regels en het zo gering
mogelijk aantal bladzijden van doorslaggevend belang bij de keuze.