donderdag 16 oktober 2014

zomer veertien 54



16 augustus – zaterdag / Visart

Midden in de nacht zit ik een uur of wat op met lectuur. Uiteindelijk slaag ik er dan toch nog in om een paar uur te slapen. (…)

Het nieuws maakt razend. Door sabotage in de kerncentrale van Doel zou deze winter de elektriciteitsvoorziening in het gedrang kunnen komen. Er wordt nu al van prijsverhogingen gewag gemaakt. Hoe doorzichtig kan een wraak zijn, in dit geval van Electrabel, voor het door de socialisten opgelegde opengooien van de markt?

Ik lees de eerste van de twee novelles van Musils Verbintenissen en vraag me af of het niet beter zou zijn om voortaan echt alleen maar voort en uit te lezen datgene waarin ik meteen een weg vind. Ik zie steeds vaker tegen dat geploeter op, tegen dat zoeken naar de toegang tot ondoorgrondelijke teksten, hoe goed en diepzinnig ze verder ook mogen zijn. Misschien is er voor elke tekst een eigen tijd, misschien moet je het gepaste moment voor een ontmoeting met deze of gene auteur afwachten, of is dat moment alweer lang voorbij en moet je je daar dan maar bij neerleggen.

We gaan naar het kunstenfestival in Watou. Eerst een koffie op het terras, en dan de verschillende locaties in de voorgeschreven volgorde. Voor de eerste keer wordt hier mijn perskaart niet aanvaard: transit gloria mundi! Ik laat de verschillende kunstwerken en gedichten passeren, zonder acht te slaan op het thema. Wat is het thema? Ik onthoud enkele versregels: van Lodeizen, Van Ostaijen, Moeyaert, Prévert… De kunst is matig – veel geselecteerde werken zelfs ondermaats. Er zijn geen uitschieters. Het is al bij al niet veel meer dan een aangename wandeling. Het hommelbiertje achteraf smaakt uitstekend. (…)