16 augustus – zaterdag / Visart
Midden in de nacht zit ik een uur
of wat op met lectuur. Uiteindelijk slaag ik er dan toch nog in om een paar uur
te slapen. (…)
Het nieuws maakt razend. Door
sabotage in de kerncentrale van Doel zou deze winter de
elektriciteitsvoorziening in het gedrang kunnen komen. Er wordt nu al van
prijsverhogingen gewag gemaakt. Hoe doorzichtig kan een wraak zijn, in dit
geval van Electrabel, voor het door de socialisten opgelegde opengooien van de
markt?
Ik lees de eerste van de twee
novelles van Musils Verbintenissen en
vraag me af of het niet beter zou zijn om voortaan echt alleen maar voort en
uit te lezen datgene waarin ik meteen een weg vind. Ik zie steeds vaker tegen
dat geploeter op, tegen dat zoeken naar de toegang tot ondoorgrondelijke
teksten, hoe goed en diepzinnig ze verder ook mogen zijn. Misschien is er voor
elke tekst een eigen tijd, misschien moet je het gepaste moment voor een
ontmoeting met deze of gene auteur afwachten, of is dat moment alweer lang
voorbij en moet je je daar dan maar bij neerleggen.
We gaan naar het kunstenfestival
in Watou. Eerst een koffie op het terras, en dan de verschillende locaties in
de voorgeschreven volgorde. Voor de eerste keer wordt hier mijn perskaart niet
aanvaard: transit gloria mundi! Ik
laat de verschillende kunstwerken en gedichten passeren, zonder acht te slaan
op het thema. Wat is het thema? Ik onthoud enkele versregels: van Lodeizen, Van
Ostaijen, Moeyaert, Prévert… De kunst is matig – veel geselecteerde werken
zelfs ondermaats. Er zijn geen uitschieters. Het is al bij al niet veel meer
dan een aangename wandeling. Het hommelbiertje achteraf smaakt uitstekend. (…)