28 mei 2014
Maar er zijn de foto’s. En deze notities.
Mensen maken foto’s, schrijven dingen op, bewaren
visitekaartjes van de hotels waar ze logeren en ook de rekeningen, kopen
ansichtkaarten en souvenirs, rapen stenen op – en ze doen dat alles omdat ze
weten dat als ze het niet doen ze niets zullen overhouden. Behalve vervagende
herinneringen, in eerste instantie. ‘Je hebt een soort van mijlpaal gewild,’
zegt Sarah terecht want zo voel ik het ook aan – al weet ik niet goed wat dat
precies betekent. ‘Je hebt met die reis iets willen creëren dat jouw leven meer
vastigheid, meer realiteit verleent. Een houvast eigenlijk.’ Ik kan niet anders
dan dit beamen. Ik wou met deze reis een lijn trekken, waarna ik zou kunnen
zeggen: er is een voor en een na; na die reis zal het nooit meer hetzelfde zijn
als ervoor. ‘Het is een dam tegen het vergeten.’ Dat is juist. ‘Maar,’ voegt
zij er nog aan toe en ik kan haar echt niet tegenspreken, ik kan haar alleen
maar dankbaar zijn voor zoveel begrip – ‘Maar het wrede is dat die dam, de reis
zelf ook aan de vergetelheid ten prooi valt.’ ‘Juist,’ zeg ik, ‘en daarom is
het dat het moest gefotografeerd, beschreven, gedocumenteerd worden. Dat al die
ervaringen in een verhaal moesten worden gevat. Zo houd ik het toch nog iets
langer vast.’