donderdag 2 oktober 2014

tour 167



28 mei 2014

Ik bekijk samen met Sarah de foto’s die ik tijdens mijn reis heb gemaakt. Niet die van de 10 kilometer-reeks maar de andere, die ik met het pockettoestelletje maakte, vaak al rijdend en zonder mij al te veel om technische perfectie te bekommeren. Maar het geeft wel een indruk. ‘Waar ben jij niet allemaal geweest!’, zucht Sarah. ‘Tja’, antwoord ik, zelf verwonderd over het feit dat ik dit blijkbaar gedaan heb – want er bestaan foto’s van! Maar het is alsof die foto’s de onwerkelijkheid van de reis vergroten. Nog een beetje, zo voel ik het aan, en het zal zijn alsof ik de reis niet gemaakt heb. Zoals wat je in een droom beleeft eerst reëel lijkt – je hebt er de bijpassende emoties bij en die kunnen nog doorwerken als je ontwaakt – maar zich vervolgens steeds verder in de onwerkelijkheid terugtrekt, naarmate je je ervan bewust wordt dat het maar een droom was. Net zo is het met deze reis: de omstandigheden waren zo anders en, vooral, de tijdservaring was zo anders, dat ik nu met een realiteitsprobleem zit.

Maar er zijn de foto’s. En deze notities.

Mensen maken foto’s, schrijven dingen op, bewaren visitekaartjes van de hotels waar ze logeren en ook de rekeningen, kopen ansichtkaarten en souvenirs, rapen stenen op – en ze doen dat alles omdat ze weten dat als ze het niet doen ze niets zullen overhouden. Behalve vervagende herinneringen, in eerste instantie. ‘Je hebt een soort van mijlpaal gewild,’ zegt Sarah terecht want zo voel ik het ook aan – al weet ik niet goed wat dat precies betekent. ‘Je hebt met die reis iets willen creëren dat jouw leven meer vastigheid, meer realiteit verleent. Een houvast eigenlijk.’ Ik kan niet anders dan dit beamen. Ik wou met deze reis een lijn trekken, waarna ik zou kunnen zeggen: er is een voor en een na; na die reis zal het nooit meer hetzelfde zijn als ervoor. ‘Het is een dam tegen het vergeten.’ Dat is juist. ‘Maar,’ voegt zij er nog aan toe en ik kan haar echt niet tegenspreken, ik kan haar alleen maar dankbaar zijn voor zoveel begrip – ‘Maar het wrede is dat die dam, de reis zelf ook aan de vergetelheid ten prooi valt.’ ‘Juist,’ zeg ik, ‘en daarom is het dat het moest gefotografeerd, beschreven, gedocumenteerd worden. Dat al die ervaringen in een verhaal moesten worden gevat. Zo houd ik het toch nog iets langer vast.’