Hun leven verloopt in Kodachrome. Ik zie die
geel-met-zwarte auto gewoon voor me, als een glanzende horzel op die stoffige
weg in de Japanse Alpen; of die rozige kroket, ingelijst in wit.
Iggie en Jiro ontdekken samen Japan. Het ene weekend
rijden ze naar een herberg die is gespecialiseerd in rivierforel; het andere
naar een kuststadje, voor een najaars-matsuri:
een turbulente optocht van rode en gele praalwagens.
Edmund de Waal, De
haas met de amberkleurige ogen, 299