8 juli – dinsdag / Visart
Ik sta op met bijzonder weinig fut
en haak me vast aan het beproefde dagelijkse stramien: de dagelijkse foto, de
blog, de mails, Facebook… Daar ben ik toch altijd een drie kwartier mee zoet.
Ondertussen drink ik een eerste koffie. Na dit alles eet ik een snede zwart
brood met camembert en twee soldatenkoeken met boter en honing terwijl ik
enkele bladzijden Cortazar lees, De
autonauten van de kosmosnelweg. Na nog een koffie ben ik klaar om naar het
station te vertrekken. (…)
Na een geschiedenisloze dag tref
ik mezelf vrij vroeg terug thuis aan, vroeg genoeg in elk geval om nog de
aankomst van de Touretappe te zien. (…)
Ik probeer mij nog aan de lectuur
te begeven, maar zoals zo vaak dwalen mijn gedachten af en mijn ogen over de
ruggen van mijn boeken. Een dag in maart
van Pol Hoste. Tiens, ik wist niet dat ik dat boek had. Bibliotheeksticker op
de rug: ’t zal een ‘afgevoerd’ boek zijn, door mij gered in een boekenverkoop
van de Biekorf. Waarover zou het gaan? De titel lijkt te suggereren dat de
schrijver zijn dagboek van een dag heeft uitvergroot tot een volledig boek over
die ene dag. Dat is een theoretische mogelijkheid, dat zou ik gerust zelf ook
eens kunnen proberen. Neem een willekeurige dag, bijvoorbeeld een dag zoals
vandaag (…), en schrijf alles uit wat je hebt gezien, gehoord, gezegd… ’t Zou
geen dag met alleen maar schrijven of lectuur mogen zijn, maar misschien ook
niet een te avontuurlijke dag van reizen of onverwachte gebeurtenissen. Je zou
elke waarneming kunnen laten uitdijen in bedenkingen, bespiegelingen, verwante
anekdotes, connotaties, culturele zijsprongen, herinneringen… Het zou, denk ik
toch, niet zó moeilijk zijn om aan de hand van de ervaringen van één dag een
kloek boekdeel te schrijven. Maar er zou natuurlijk wel een extra structuur in moeten
zitten, een die meer behelst dan de toevallige chronologie waarin de
gebeurtenissen en overpeinzingen zich tijdens een gewone dag aandienen. Je zou
motieven moeten aanbrengen, rode draden, een compositie, een weefsel… Misschien
moet ik dat maar eens proberen.
Verder denk ik ook nog, bij het
staren naar de rug van dat boek van Pol Hoste, dat ik nu uit de rij neem en bij
de ‘binnenkort te lezen’ boeken plaats: wat bepaalt de volgorde waarin ik de
boeken lees? Welke toevalligheden spelen daarin een rol? Misschien kan ik dát
eens uitmelken in een blogpostje? Ik zou de arbitrariteit van die volgorde
kunnen parodiëren door bijvoorbeeld met dit boek van Pol Hoste te beginnen, om
vervolgens alle boeken te lezen met een bleekblauwe rug, zoals Een dag in maart er een heeft, die nu
min of meer nieuw op mijn planken gestockeerd staan en op lectuur wachten: Het Museum van de onschuld van Orhan
Pamuk, Het verborgen weefsel van
Stefan Hertmans, Lichtjaren van James
Salter, enzovoort…
Met stijgend ongeloof en met verbazing
kijk ik samen met Sarah naar de halve finale op het wereldkampioenschap:
Duitsland hakt gastland Brazilië met 7-1 in de pan. Vier goals in tien minuten,
na een halfuur staat het al 5-0. Ik heb nooit eerder een ploeg zo in elkaar
zien zakken, de overschatting van een ploeg zo nadrukkelijk zien blootleggen.
Nu had ik wel verwacht dat de Duitsers efficiënter zouden zijn, maar dit?
Brazilië zakte gewoon in elkaar, nooit eerder zag ik het begrip ‘los zand’ zo
duidelijk geïllustreerd. Een echte deconfiture. Het werd op een bepaald
ogenblik gênant – en ook beangstigend natuurlijk want je weet dat voor
hetzelfde geld buiten het stadion een burgeroorlog wordt ontketend. Daar moeten
die Duitsers toch ook aan gedacht hebben toen ze opvallend onuitbundig hun zoveelste
goal vierden?
(…)