zondag 17 augustus 2014

tour 123



13 mei 2014

dag 15.6

Tot drie keer toe moet ik schuilen voor de regen. De derde keer wacht ik in een oude schuur het overwaaien van de bui af, met achter mij een stoffige Audi en het geraamte van een koets, die, zo op het eerste gezicht (want ik ben geen koetsenkenner), uit de negentiende eeuw dateert of misschien zelfs nog ouder is. Twee zangvogeltjes, een ouderpaar waarschijnlijk, kwetteren met ontzetting om de onverwachte indringer, die ik in hun ogen ben, op afstand te houden. Pas dan zie ik dat tussen hen en mij twee juvenielen zitten, hun kroost wellicht, geparalyseerd en/of apathisch. Dat het maar rap stopt met regenen of die twee ouders, ik weet niet tot welke soort zij behoren (ik ben geen zangvogelkenner), organiseren nog een witte mars.

Vlak voor Castellin-de-Bataille, gelegen aan de oever van de Dordogne, word ik ingehaald door een zeskoppig gezelschap, waarvan er vier met een ligfiets rijden. Een heeft een bolletjestrui aan, maar dan niet de witte met rode bollen maar een rode met witte bollen. De koptrekker spreekt me aan. Ze komen uit Grenoble en zijn van plan om in Castellin op de camping te overnachten. Maar in Castellin blijkt de camping gesloten. Ik wens het gezelschap, met wie ik me al een gezellige avond zag doorbrengen en reiservaringen uitwisselen, veel geluk en trek alleen verder. In het enige etablissement van het stadje dat iets als overnachtingsfaciliteit verhuurt – het wordt er nogal duur pensions genoemd – is er geen plaats meer. Niet erg vind ik dat want het was er bepaald ongezellig toen ik er binnenging om een plaats om te overnachten te vragen. Uiteindelijk kom ik na nog eens een kilometer of 10, ik bevind mij in de omgeving van Lussac, een top-toponiem in de Bordeauxstreek, in een chambre d’hôtes terecht die wordt uitgebaat door een hypernerveuze vrouw. Ze vindt dat ik pasta moet eten en maakt pasta voor me klaar. Ik krijg daar twee eieren bij, meer is er niet en de winkel in het dorp is al dicht. Ik vul dit avondmaal aan met een stuk kaas uit mijn proviandzak. Wanneer ik in alle eenzaamheid en ongestoordheid mijn geïmproviseerde avondmaal nuttig, zie ik dat het op de televisie gaat over wat het nu is dat uitmaakt dat bepaalde politici (Reagan, Clinton, Zapatero) charisma hebben en anderen (Bush jr., Sarkozy) niet. De gedebiteerde oppervlakkigheden vermogen niet mij te boeien en ik zoek vlug mijn kamer op. Niet na, zoals mij gevraagd is, eerst nog mijn bord en bestek te hebben afgewassen.