15 mei 2014
dag 17.1
Waar komt die hoofdpijn vandaan
waarmee ik om half zeven wakker word (na ook al om drie en om vijf uur even
wakker te zijn geweest)? Ik leef toch gezond? Tonnen buitenlucht en geen
gevaarlijke producten in mijn wijn want geen wijn? Ik rits de voorhang van mijn
tent open, nog net op tijd om de volle maan nog even boven de westelijke kim te
zien balanceren.
Ik ontbijt op het plein voor het Palais de Justice en sla de mannen van
de groendienst gade die bezig zijn met een plantsoentje te arrangeren met
diverse plantjes. Vervolgens ga ik in het Café du Théâtre aan de overkant van
de straat een koffie drinken. Terwijl William van Télé Matin zijn flauwe
grappen verkoopt op het grote scherm, lees ik wat in de Libération van vandaag. ’t Gaat in de boekenbijlage over de brieven
van de jonge Beckett, en ik stel vast dat ik begin te hongeren naar geestelijk
voedsel. Landschappen en een tijd van huis en het gewone doen weg zijn, dat kan
allemaal best geestverruimend zijn, maar ’t is toch ook, op een bijzondere
manier, een beetje vernauwend, eng en, jawel, saai. Toch na verloop van tijd en
ik denk dat die tijd waarover ik het heb nu toch wel stilaan verlopen is. Ik
begin zeer nadrukkelijk naar het noorden te fietsen. Ik bedoel: naar huis, dat
is nu het doel – en dat is nieuw in deze reis.
Tijdens mijn ontbijt bedacht ik dat
ik nog precies wist waar ik de saucisson
waarvan ik gisteren het laatste stukje opat had gekocht (Aha, toute une bande de jeunes filles!) en het geitenkaasje dat ik
vandaag afwerk (op het zangfestijn naast het Canal du Midi). Vreemd dat ik dat
zo precies onthoud, terwijl ik andere dingen zo vlug vergeet – bijvoorbeeld dat
ik het hierover al eerder heb gehad.