maandag 25 augustus 2014

tour 131



15 mei 2014

dag 17.4

Na Rochefort staat de wind, met zo’n beaufort of vijf, weer volop in het nadeel. Ik kom nauwelijks vooruit. Ik houd de moed erin met ornithologische observaties: puttertjes in de hagen langs de weg; een ooievaar op zijn nest bovenop een elektriciteitspyloon. Ik zie ook een platgereden slang.


Na Aigrefeuilles krijg ik nog een vreselijk zwaar stuk naar Luçon voorgeschoteld, want ik heb beslist dat ik daar wil overnachten – er is ten andere niet veel keus. Het bestaat uit lange einden kaarsrechte weg, er is nauwelijks beschutting, en het verkeer raast rakelings langs me heen. Maar er is geen alternatief, ik moet langs deze kilometers- en kilometerslange baan. Tot overmaat van ramp – ik bedoel dat het echt niet van aard is om mijn humeur wat op te krikken – vind ik in de berm een doodgereden kerkuil. Ik parkeer mijn fiets en keer te voet terug. Ik maak een foto van het slachtoffer. (Achteraf heb ik er spijt van dat ik niet een paar van zijn prachtige veren heb uitgetrokken: zo mooi zijn ze, dat ik me kan voorstellen dat ze werden gebruikt voor siertextiel. En misschien nóg worden gebruikt, maar laat ons hopen van niet.) Ik weet wel dat je zo’n beest niet expres doodrijdt, maar het is toch godgeklaagd, zo’n prachtig dier – en daar ligt het dan, weerloos, morsdood, van de baan gereden.


Ik kruip opnieuw op mijn fiets. Ik probeer een tempo aan te houden. Dit is echt beuken, ik moet het als een sportieve prestatie opvatten anders val ik stil en duurt deze hel van geraas en vrachtwagens die achter me moeten inhouden vooraleer ze me kunnen inhalen nog dubbel zo lang. Ik slaag er in om een snelheid van 17 per uur aan te houden.

Ik vind een camping op 3 kilometer van Luçon. Dat is te ver om nog naar het stadje te trekken, ik heb er geen zin meer in, ik ben murw. Ik blijf bij mijn tent, stel me tevreden met een paar restjes. Goed voor de lijn! Overigens: ik moet mijn ring op mijn middenvinger steken want van de ringvinger valt hij af. Ik installeer me aan een tuintafel en werk aan deze notities tot het te koud wordt en mijn vingers te verkrampt zijn om nog op het klavier van mijn laptop te tokkelen.