wolkenfragmenten
uit Hans Warren, Geheim dagboek 1956-1957
1157
Een paar vaalpurperen wolkveren
aan de nog glanzende westerhemel herinneren aan de dag.
(46)
1158
Het regent spaarzaam en weifelend
maanlicht wordt onderschept door laaghangende wolken.
(48)
1159
Ik ga ook op het zand zitten om hem van
dichterbij gade te slaan, want het is vrij duister al is de regen bijna
opgehouden en komt de maan tussen de wolken tevoorschijn.
(49)
1160
Anderhalve week ben ik alweer hier en
wanneer ik op 13 augustus niet een gedicht geschreven had dat naar ik meen goed
is (Ergens achter de jagende wolken)
zou ik moeten constateren dat ik niets gedaan heb dan kletsen en lanterfanten.
(68)
1161
Het gedicht dat ik maandag schreef, Ergens achter de jagende wolken,
is door hem geïnspireerd. (69)
1162
Telkens weer nemen we die lijnen op:
spiegel, een vrouwenborst, een kind. We toetsen ze met gras en veren, water en
zomerwolken van kortstondigheid. (83)
1163
Ik die van puimsteen hou, van kalk,
woestijnzand, kus hatend deze zware tarwearen en baad in het eindeloze milde
groen van golvende, overwolkte landouwen. (84)
1165
Hij vond mijn nieuwe gedicht Ergens achter de jagende wolken
prachtig, het beste wat hij ooit van me gelezen had – zoiets hoop je altijd te
horen als je iets nieuws gemaakt hebt, maar het gebeurt zo zelden.
(85)
1166
Of ik je liefheb, de wolken diep
onder in de rivier konden niet onbewogener zijn. Herfst jaagt het rumoerig volk
van trekvogels door de bomen, strooit windmuziek en bladeren. Neuriënd stroomt
de Yvette door die koele wolken heen. (97)
1167
Ik was pap aan het koken voor Beryl, en
Amanda aan het wassen toen er een onweersbui met wolkbreuk losbarstte.
(98)
1168
Het zonlicht speelde door die geurige wolkjes,
een roodborst zong op een braamrank en een vlucht kraanvogels trok met luid
ruisende wiekslag en hoge rollende keelgeluiden naar het zuiden. (181)