16 mei 2014
dag 18.2
Ik word ingehaald door twee
meisjes op een koersfiets. Ze vertragen even en vragen waar ik heen rijd. Ik
vraag of zij fietsen voor de sport of voor het plezier. Voor de sport, ze doen
mee aan wedstrijden. Maar wat u doet, zegt de woordvoerster, is veel straffer
dan wat wij doen! En ze wensen me moed, versnellen en verdwijnen vlug uit het
zicht. Dat soort kleine aanmoedigingen doen deugd. Gisteren was er een
reclamekrantenbezorger die me voorbij zag peddelen en me courage! toeriep. En vanmorgen werd ik, toen ik mijn inkopen aan
het wegbergen was, aangesproken door een Carrefour-bediende. Hij wilde weten
vanwaar en waarnaartoe, floot bewonderend en wenste me alle geluk toe.
De tegenwind is nefast voor de
feestvreugde. Ik kies voor de gele wegen, daar moet ik niet veel nadenken,
gewoon trappen. Het nadeel is natuurlijk het verkeer. Op sommige stukken is het
zo druk dat ik denk, wanneer gaat dit lawaai nu eindelijk stoppen. Het raast en
raast maar. En dan valt er opeens toch een gat in dat lawaai en is het zó stil.
Maar dat duurt nooit lang.
Vous entrez en Bretagne historique. Ik heb een departementsgrens
overschreden en bevind me nu in Maine et Loire. Vanavond eet ik everzwijn bij
Astérix en Obélix. In Gesté is de suikerspiegel alweer naar het bodemniveau aan
het zakken. Ik doe inkopen: koekjes van Milka, chocolade met nootjes, een Orangina.
En makreel in tomatensaus voor het geval ik weer op een camping beland waar er
in geen velden of wegen een eetgelegenheid te bespeuren valt.
Wat valt er te zeggen over het
landschap? De druiven zijn verdwenen. Ik fiets nu tussen de weiden, de
graslanden, de allereerste hooirollen, de koeien. Door de vele hagen – gelukkig
zijn die hagen er om wat beschutting te bieden tegen de wind! – kan stilaan van
een bocagelandschap worden gesproken.