dinsdag 5 augustus 2014

mijn woordenboek 390



ATLAS

Talrijk zijn de passages in autobiografische geschriften waarin latere wereldreizigers beschrijven hoe ze als kind over de op tafel opengeslagen atlas gebogen zaten en in hun hoofd gedurende vele uren reizen maakten naar de plekken die nog niet waren ingekleurd of naar verre kusten of ruige binnenlanden waar namen geschreven stonden die zich moeilijk lieten spellen. Paramaribo. Ouagadougou. Vladivostok.

Ik heb dat niet gedaan. Maar ik ben ook geen wereldreiziger geworden. Wel herinner ik me mijn fascinatie voor grillig gevormde grenzen. En enclaves, daar had ik een zwak voor. En ook voor de kleuren die de landen in de atlas aannamen had ik oog. Wie koos die kleuren? België, die onooglijke driehoek, was meestal geel. Waarom? Wie ging daarover? Ik zocht naar verwantschappen tussen de kleuren op de kaarten en de vlaggen van de landen. Vooraan in de Petit Larousse, uitgestrekt op de binnenzijde van de harde kaft en de allereerste bladzijde ernaast, was er een dubbele pagina met alle vlaggen van alle landen van de wereld. De meeste van die vlaggen kende ik op den duur wel, ook al waren de namen van de landen in het Frans vermeld. De vlag van Nepal was vreemd driehoekig gevormd.

België, het land waar ik was aanbeland uit een verre kosmos en na een gevaarlijke doortocht in de dampkring en na een onzachte landing op de bodem waarin ik waarschijnlijk ook wel, misschien door die harde impact, een paar druppels bloed heb geplengd, was – en is nog altijd – onooglijk. Ook in de grootste atlas. Het is een wonder dat ik uitgerekend dat kleine driehoekje heb getroffen – zo klein is het. Zo klein is het dat het te klein is om zelfs maar de naam van het land te bevatten, terwijl die andere landen meer dan genoeg plaats hebben voor ook nog eens de naam van hun hoofdstad en zelfs nog een paar andere steden en rivieren.

De kleuren van de landen. Hoeveel kleuren heb je nodig om niet één keer twee buurlanden te hebben met dezelfde kleur? Daarover moet zijn nagedacht.

Ik keek naar de vormen van de landen, naar hoe Italië tegen Sicilië shot, naar hoe Afrika en de Golf van Mexico als puzzelstukken in elkaar passen, als een veel te groot hoofd dat zich in een schoot vleit. En pas veel, veel later vond ik het niet zo vanzelfsprekend dat op de wereldkaarten in mijn atlas Europa tussen Amerika en Azië lag. Het besef van het arbitraire achter deze keuze drong tot mij door toen ik in een film aan de muur van een kantoor een wereldkaart zag met Amerika in het midden. Het was als doordrongen raken van het feit dat de situatie in het gezin waar ik deel van uitmaakte niet normaal was door bij vriendjes aan huis te gaan.

In de atlas wekten ook de bladzijden gewijd aan geologie en astronomie mijn belangstelling. Ik zou die ooit wel eens lezen, dacht ik dan steeds, maar het is er nooit van gekomen. Er is aan mij een aardrijkskundige verloren gegaan.

Nu beginnen de letters in de atlas, zowel die op de kaarten als die achteraan in het register, te klein te worden. Ik moet er een leesbril bij halen. Maar echt hinderlijk is dat nu ook weer niet want ik ben tegenwoordig toch vooral een Google Maps-gebruiker. De atlas staat verweesd rechtop, in de smalle ruimte tussen de boekenkast waar hij te groot voor is en de schoorsteenmantel. Een trouwe soldaat. Vergeten maar trouw.