‘Ik heb van alles over u gehoord.’
‘Van Holst?’ vroeg Louis.
‘Hij zegt dat ge niet alleen boeken leest maar ook alles
onthoudt.’ Omdat hij opnieuw uitgelachen werd, omdat hij weer scharlakenrood
werd, omdat hij bedekt spottende voorpostgevechten-prietpraat wou doven, liet
hij zijn onderlip hangen, keek hij wat scheel en lispelde: ‘Het liefst lees ik
over Ukkie en Wappie. Of over Fik en Fok. Maar het liefst over Ukkie en Wappie.’
Hugo Claus, Het
verdriet van België, 548-549