dinsdag 10 maart 2015

mijn woordenboek 411


AUTOLOZE ZONDAG

Ik herinner mij de autoloze zondagen van het begin van de jaren zeventig. Ik besefte toen uiteraard niet welke iconische kracht ervan zou uitgaan. Ik was een kind, toen. Pas later zou ik begrijpen wat er was gebeurd en wat het betekende.

In historische overzichten van die tijd, of in een televisieprogramma zoals De Pré Historie, in de aflevering over die jaren, zag je steeds diezelfde beelden van lege snelwegen opduiken en van kinderen die rolschaatsen op een ringlaan.

Ik heb het altijd prettig gevonden om naar De Pré Historie te kijken. (Wordt dat programma nog uitgezonden? Ik weet het niet.) Guy De Pré beantwoordde met zijn formule aan de wijdverbreide behoefte aan nostalgie: hij mengde de muziek van een bepaald jaar, dat intussen al was teruggedrongen tot het verre collectieve geheugen van zijn doelpubliek, met markante items uit de journaals van die dagen en verkreeg op die manier een aangename mix van entertainment en documentaire. De saus was natuurlijk het ‘Waar is de tijd?’-sentiment. En zo kregen we in de afleveringen over het oliecrisisjaar 1973 onvermijdelijk die iconische beelden van autostrades die helemaal leeg waren tot aan het verdwijnpunt in de verte en nog een eind daar voorbij, met een soundtrack van Mud, The Rubettes, de nog jonge David Bowie, Gerard Cox die zingt over een zomer die alweer voorbij is…

Ik sla aan het twijfelen. Zijn het deze béélden die ik mij herinner? Of heb ik dan toch zelf die lege straten gezien? Mijn ouders hebben vast niet de reflex gehad om mij mee te nemen op een wandeling om mij het unieke van deze dag te laten beleven – zo’n dingen deden ze niet, ik zou dat pas veel later niet evident vinden. Als ik echt diep in mijn geringe voorraad herinneringen graaf, dan kom ik tot het dicht tegen een ontnuchterende vaststelling aanleunende vermoeden dat ik me helemaal niet die autoloze zondag herinner, neen, dat het enige wat ik mij ervan herinner het met die televisiebeelden opgesmukte feit is dat er zoiets als een autoloze zondag is geweest.

Ik ben maar op een halve manier getuige geweest van dat historische feit, van die eerste niet langer te negeren manifestatie van kwetsbaarheid waaraan het onvoorwaardelijke vertrouwen in de vooruitgang, dat ook mijn kindertijd grondig heeft beïnvloed, werd blootgesteld.