Het was donker. Het tijdstip waarop Denise thuiskwam, als ze
tenminste haar huiswerk op school maakte. Welke weg volgde ze? Ik was vergeten
het aan de cafébaas te vragen. In die tijd was er minder verkeer en de platanen
vormden een bladerdak boven de quai d’Austerlitz. Zelfs het station verderop
leek zonder meer op dat van een stad in het Zuidwesten. En door de Plantentuin
en de donkere schim en de zware stilte van de Wijnhal maakte de buurt een nog
rustiger indruk.
Ik betrad het huis via de voordeur en deed het licht aan.
Een gang met op de vloer zwarte en grijze, ruitvormige oude plavuizen. Een
stalen vloermat. Brievenbussen tegen de gele muur. En nog steeds die
reuzelgeur.
Patrick Modiano, De
straat van de donkere winkels, 100-101