donderdag 27 december 2018

wolken 3167-3174

wolkenfragmenten uit Wiesław Myśliwski, De laatste hand

3167
De maan scheen gewoon opdringerig aan een wolkeloze hemel, als een groot helder vlak dat de zon had achtergelaten en dat alle omringende sterren had gedoofd. (16)

3168
Dat ging zo na elke wolkbreuk. (31)

3169
Er zaten naar alle kanten ramen in, zodat hij zelfs op bewolkte dagen de achter de wolken verscholen zon leek aan te trekken. (45)

3170
Daarbij was de zon die dag heel scherp en wel des te scherper daar ze uit een wolkeloze hemel scheen en vanuit haar hoogste punt, ze verzadigde de bloemen met kleuren tot een verblindende scherpte. (93)

3171
De helderheid van deze hal was een gevolg van het grote, boven de deur door meubelmaker Zamojski vervaardigde halfronde raam, dat geheel bestond uit kristallen ruitjes die het licht van buiten zelfs op regenachtige en bewolkte dagen samenbrachten. (188)

3172
Een steunde zijn kraag als een hoofd op zijn mouwen, een andere richtte zijn mouwen naar de bewolkte hemel, weer een andere zat met gekruiste mouwen geknield alsof hij voor zijn soldaat een gebed wilde bidden en een bonsde met zijn kraag tegen de aarde alsof hij die wilde smeken zijn soldaat terug te geven. (244)

3173
Hij deed het rolletje erin, trok het aan, liet zien waar het cijfertje oplichtte dat aangaf hoeveel foto’s er al waren gemaakt, waar je het licht moest instellen, afhankelijk van of het zonnig was of bewolkt, waar de afstand, waar je je oog moest houden om te zien wat je fotografeerde en waar je op het knopje moest drukken. (342)

3174
En toen begon het te stortregenen, het was een complete wolkbreuk. (389)