Mme de Villeparisis vermeit zich met lieden van aan lagerwal
aangespoelde adel. Zij ontvangt in haar salon un public de troisième ordre, bourgeoisie, noblesse de province ou
tarée [‘provinciale
of tanende adel’]
(184:5-6). ’t Is in elk geval heel wat minder soeps dan de kringen van Mme de
Guermantes. Deze verlaagde status heeft Mme de Villeparisis te danken aan haar rijke
palmares van avontuurtjes en alliances. Dat zij nu de deugdzaamheid predikt,
kan niet verhinderen dat de schandaalsfeer rond haar fijnzinnig sprekende – nuançant si délicatement non seulement les
expressions mais les intonations (184:35-36) – en welgemanierde persoontje
nog niet geheel is opgetrokken. Het paradoxale is bovendien dat wie qualités assez peu exaltantes, comme la
pondération [evenwichtigheid] et la mesure (185:10-11) predikt, als het ware ook hun tegendelen
moet kennen, en die kennis kan enkel in de praktijk en dus in een discutabele
levenswandel zijn verworven. Eventueel in het gezelschap – zoals Mme de
Villeparisis in Balbec heeft gedaan – van kunstenaars, zonder daarom hun
beweegredenen en verwezenlijkingen te begrijpen, welteverstaan.
Maar Mme de Villeparisis is geen gewone snob. Die ketst hoe
dan ook altijd af op de buitenkant van wat binnenin getormenteerd is en
eventueel verdorven. In het oog van de gewone snob kan de intelligentie en het
inzicht van de kunstenaar niets anders dan prétention
pure (185:25) zijn. Mme de Villeparisis echter heeft memoires geschreven.
En om te schrijven op een manier die het ambacht dat nodig is om de boeketreeks
aan te vullen overstijgt, merkt Proust op (en hij kan het weten), moet je toch
minstens een benul hebben van datgene wat de snob ontgaat. Het echte schrijven vergt
une dose de sérieux dont une personne
purement frivole serait incapable (186:2-4). Het onttrekt zich zelfs aan de
sociale druk, die altijd in acht moet worden genomen bij het bestijgen van de
maatschappelijke ladder. De schrijver geeft al eens toe aan ‘een bepaalde
nieuwsgierigheid’, aan le désir d’aller
ici ou là pour son propre plaisier, et non en vue de l’accroissement, du
maintien, ou pour le simple fonctionnement des relations mondaines (185:35-38).
De schrijver is met andere woorden – tot op zekere hoogte – een nonconformist. En
het is door dat nonconformisme, dat Mme de Villeparisis soms mensen onder haar
status heeft doen frequenteren, dat ze haar aanzien is kwijtgeraakt. Hoewel,
dat is natuurlijk ook relatief want statusverlies wordt niet door iedereen
opgemerkt: veel gasten op de salons van Mme de Villeparisis zijn ook haar
lezers en nemen klakkeloos de indruk over die de schrijfster, tevens
regisseuse, van haar memoires hun wil opspelden.
Een van de gasten die Marcel aantreft bij Mme de Villeparisis
is zijn oude vriend Bloch – en dit ondanks het feit dat het, in het licht van
de op gang komende Dreyfusaffaire, stilaan statusverlagend is om zich met joden
op te houden. Overigens trekt Mme de Villeparisis zich er niet te veel van aan
en is Bloch, als weinig aanzienlijke jood, nog niet meteen bedreigd – ook al
doet hij niet echt zijn best om zijn joodsheid te verbergen: Bloch, que personne ne connaissait, pouvait
passer inaperçu, alors que de grands Juifs représentatifs de leur parti étaient
déjà menacés (190:11-13). Proust juicht het overigens toe dat vreemde
volkeren hun uiterlijke verschijning niet aanpassen aan de Parijse smaak: op
die manier zorgen ze voor een bijna mysterieuze, spiritistische of ‘mediamieke’
aanwezig-stelling (un effort
médiumnimique (191:24)) van de vreemdheid zoals we die kennen van antieke
schilderingen of Griekse vazen. En dan is het des te verwonderlijker dat ze,
zoals Bloch, banale dingen zeggen als « Qu’on fasse attention à mon
chapeau haute forme. » (192:4-5)
Toch is Bloch op zijn qui-vive want wanneer M. de Charlus,
ook aanwezig, informeert naar zijn voornaam, om, puur uit goedaardige
belangstelling, par curiosité esthétique
et amour de la couleur locale (191:2-3), te weten of die al even joods
klinkt als zijn familienaam, bespeurt hij, Bloch dus, daar toch een blijk van
antisemitisme in.
De vorige
afleveringen van deze Proust-lectuur zijn hier te lezen: Rechercheur.