We hebben allemaal onze voorstelling van geluk. Met
vage contouren en oningevuld, maar toch, bij onze ‘oude dag’ houden wij onszelf
een beeld voor.
Dit is een zonovergoten dag ergens in Zuid-Frankrijk,
elf jaar geleden. De luiken van het grote huis zijn dicht om de warmte buiten
te houden. Het is een huis met hoeken en kanten. De raamopeningen staan niet in
het gelid. Planten en mensen vergaderen aan de schaduwzijde. De kleuren van kledij
en bloemen accorderen. Er is harmonie met de hortensia.
Kijk nu, zegt de vrouw met het lichtblauwe kleedje.
Moet je dat nu zien: die man in die passerende auto maakt een foto van ons. Wat
is er dan zo bijzonder aan ons?
Tot op vandaag herinner ik mij dat moment. Rijdend in
een auto, van punt X naar punt Y mij verplaatsend op een bloedhete dag, een
Frans dorp doorkruisend. En dan dit beeld te zien: een wensdroom, over hoe het
mij later mag vergaan.
Ik ben blij dat ik deze foto heb kunnen maken, en iedere keer dat ik hem terugzie maakt
hij mij blij. De gedachte dat deze mensen, of toch minstens enkele onder hen,
nu wellicht al dood zijn, kan daar niets aan veranderen. Ik ben blij om het
gelukkige samenzijn dat zij tóen beleefden. Die blijdschap voedt mijn
eigen hoop.
Zuid-Frankrijk,
Hérault – 070818