‘(…) Hier vanuit de kuiten schoten ze als een pijl in de
richting van de enkels, en bij haar koten
was ze niet dikker dan… wat zal ik eens…’ en hij pakte een els ‘dan deze els (…)’.
Wiesław Myśliwski, De
laatste hand, 147
1koot (de;
koten) 2 (bij uitbr., thans w.g.)
voet, been, poot (meestal in de verb.): fiks,
vlug, rap op de koten; (fig.) een
werk dat wel op zijn koten staat, een degelijk werk
242
Ze zeiden dat hij in de oorlog een partizaan onderdak had
verleend die hier na de oorlog woiwode
is geworden.
Wiesław Myśliwski, De
laatste hand, 166
woiwode /wɔjwodә/
(de (m.); -n) (eig.) legerhoofd of hertog; – titel van de vroegere stadhouders
of gouverneurs; – (thans) titel van de bestuurders van de Poolse provincies
243
De oude deur van dennenhout was scheluw getrokken en gebarsten, hij sloot niet meer goed.
Wiesław Myśliwski, De
laatste hand, 185
scheluw (bn.)
onregelmatig scheef, m.n. door een ongelijke buiging van hoeken of zijden
t.o.v. het platte vlak, syn. scheel; –
(timm.) verwrongen, uit het platte vlak gebogen: scheluw hout, door ongelijke krimping gedraaide, scheve planken
244
Bovendien is het comfortabeler bij een kampvuur, je hoeft
niet van je plek op te staan en je kunt je zo achter je op je kermisbed laten vallen.
Wiesław Myśliwski, De
laatste hand, 190
kermisbed (het)
op de vloer gespreid noodbed
245
Een niet al te brede kraag, tot onder de hals dichtgeknoopt,
ingenaaide mouwen, bij sommige modellen worden ook raglanmouwen voorgesteld en over het algemeen wat breder, losser.
Wiesław Myśliwski, De
laatste hand, 239
raglan /rɑχlan/
(de (m.); -s) overjas of japon waarvan de mouwen met een schuin oplopende naad
tussen oksel en hals zijn aangezet en daardoor over de schouder doorlopen tot
de halsuitsnijding