1 |
Venetië is een
wegzinkende stad. Dat heeft met geologie te maken, en straks ook met
klimaatverandering, maar het gewicht van het massatoerisme speelt nu zeker ook
al mee. U moet er maar eens de schitterende bladzijden in Grand Hotel Europa op naslaan die Ilja Leonard Pfeijffer aan het
fenomeen wijdt: het massatoerisme in het algemeen en in Venetië in het
bijzonder. Het wordt tijd – of het is, door de niet bij te sturen economische
wetmatigheden die erachter zitten, al te laat – dat we ons van dit probleem
bewust worden. Want het gaat niet alleen om Venetië. Ook in Amsterdam, Parijs,
Londen, Barcelona en tal van andere steden – bijvoorbeeld, heel dicht bij huis
wat mij betreft, Brugge – weten ze ervan mee te spreken: de impact van het
massatoerisme op een stad kan zo groot zijn dat een stad eronder bezwijkt.
2a |
Een van de
vervelende kenmerken van het toerisme is de verwoestende impact op de
beeldvorming. Wat doen die honderdduizenden toeristen in de Dogenstad behalve
rondslenteren en ijsjes likken? Juist: ze fotograferen. Ze maken miljoenen, wat
zeg ik, miljarden beelden – waarmee vervolgens niets gebeurt. Voor het antwoord
op de vraag waarom ze fotograferen, verwijs ik naar Pfeijffer. Maar wat
fotograferen ze? Ze zoeken die beelden waarvan ze denken dat ze corresponderen
met de idee ‘Venetië’. En wat doet Venetië (mutatis
mutandis Amsterdam, Brugge…)? De stad conformeert zich aan die idee. Ze
doet haar uiterste best niet van die idee af te wijken, niet te veranderen. Dat is de diepere betekenis van dat ‘wegzinken’:
door niet te veranderen, wordt de stad onzichtbaar. Houdt de stad op stad te
zijn. Ze verdwijnt achter de idee van zichzelf, een idee die als een scherm
tussen de werkelijkheid en de bezoeker komt te staan.
2b |
Het is onmogelijk
om een stad als Venetië te fotograferen. Ofwel verval je in ansichtkaartclichés
(1), ofwel in quasi-grappige anekdotiek (2a en 2b). Eventueel kan het nog
lukken door een pars pro toto onnadrukkelijk in een abstraherende compositie op
te nemen waarin trappenbrug, kanaal, voor- en achtergrond evenwichtig over het
vlak zijn verdeeld – maar ook dat lijkt een hopeloze onderneming. Het cliché
valt niet meer te vermijden.
Venetië – 080331