Hij laat Jan Karski zijn zegelring zien; als je op een
springveer drukt, komt de chaton omhoog
en zie je wit poeder.
Yannick Haenel, Het
zwijgen van Jan Karski, 60
chaton /ʃatɔ/
(de (m.)) (juw.) 1 (g.mv.) zetwijze
waarbij de steen in pootjes of klauwen wordt vastgehouden 2 (-nen) steen die op de bovengenoemde wijze gezet is
223
Als jong kind antwoordde hij ‘griot’ op de vraag wat hij later wilde worden (…)
Annelies Verbeke, Dertig
dagen, 222
griot (de (m.);
-ten) volksverteller in West-Afrika die de geschiedenis levend houdt in
verhalende liederen, syn. jali, vgl. troubadour
224
Bij het krieken van de dag verlieten zij de stad door de
roodstenen poort en trokken omhoog naar de steile groene weidevelden die als
zacht chenille tegen de Pyreneeën
lagen.
Mark Kurlansky, De
wereldgeschiedenis volgens de Basken, 90
1chenille /ʃәnijә/
(de & het; -s) 2 pluchegaren
ontstaan uit in de lengte doorgesneden weefsels
2chenille /ʃәnijә/
(alleen attr.bn.) van chenille1 (2) gemaakt
225
Terwijl Franse en Spaanse oorlogsbodems op volle zee
vierkant brasten, voeren Baskische
vissers uit Franse havens als Biarritz, St.-Jean-de-Luz, Ciboure en Hendaye en
andere uit Spaanse havens als Fuenterrabía, Pasajes en Bermeo.
Mark Kurlansky, De
wereldgeschiedenis volgens de Basken, 124-125
2brassen (overg.;
braste, h. gebrast) (zeilv.) (mbt. de ra’s, de zeilen) d.m.v. de brassen de
gewenste stand geven, naar de wind richten: breed
brassen, zo dat de ra’s breed staan; levendig
brassen; scherp bij de wind brassen; vierkant brassen, zo dat de ra’s dwars
op de kielrichting staan; vol brassen,
volbrassen
1bras (de
(m.); -sen) (zeilv.) elk der twee lopende touwen aan de nokken van een ra bevestigd,
dienende om deze in een horizontaal vlak te draaien en naar de wind te zetten
of om ze te steunen: grote brassen,
van de grote mast; loze brassen; een bras
omhalen, beleggen; brassen aanhalen, door de touwen aan te halen, de zeilen
scherper bij de wind zetten