woensdag 19 december 2018

het overzicht 077



















Monniken bouwden in het Noord-Griekse Meteoragebergte hun kloosters bovenop enorme, enkele honderden meters hoge rotsen.

Op de eerste foto betrapt de fotograaf een reisgezel. De Meteorarotsen verschijnen als een verwaarloosbaar decorstuk in de achtergrond: uit niets valt hun echte omvang af te leiden. Ze zijn zichtbaar in het beeld, maar we krijgen geen idee van hun formaat. Deze foto gaat dan ook niet over het landschap waarin deze persoon zich beweegt, maar over de persoon. Zijn houding, gelaatsuitdrukking, positionering in het kader: alles draagt daar toe bij. Maar de foto had net zo goed op een andere plaats kunnen gemaakt zijn. Ik vind het een goede foto omdat hij mij herinnert aan hoe ik die persoon heb ervaren. In die zin heeft hij slechts een particuliere waarde.

Op de tweede foto, die gemaakt werd op min of meer dezelfde plaats, zien we geen mensen. Beneden, in de diepte en de verte, is een dorp te zien. En uiteraard wijst ook de kronkelende weg op de voorgrond op menselijke aanwezigheid. Maar hier vraagt de fotograaf de volle aandacht voor het landschap en voor hoe groot en indrukwekkend die rotsen in de Meteora zijn. Ze zijn ontzagwekkend. Wat heeft mensen bezield om zo hoog en ver van alles en moeilijk bereikbaar kloosters te bouwen? Toch is dit geen bijzondere foto. Het is een ansicht. Behalve het spektakel dat het landschap ons te bieden heeft, bevat deze foto niets interessants.

Stel je voor dat op de tweede foto een persoon op de voorgrond had gestaan. Of erger nog: dat de fotograaf een selfie had gemaakt, met dat ontzagwekkende landschap als decor. Dat is nochtans wat veel toeristen doen: zichzelf, of iemand anders, vóór of in een dergelijk decor opvoeren. Bepaalde landschappen, of gebouwen, gebruik je niet als decor. Dat doe je niet. Het is aanmatigend het mateloze op die manier in te palmen.

Meteora (GR) – 080329